Voorbericht.
Die weet wat Poezy is, zal hier geene uitvoerige Verhandeling, waarin
de Geneeskunst zich uitput, verwachten: Die den aart van het Leerdicht
kent, geenen zoodanigen Dichttoon, als hy in een Heldendicht vorderen
mocht. Eene matige rijkheid van verbeelding kan met die naauwkeurigheid van
voorstelling en uitdrukking gepaard gaan, welke de Taal waarin wy
schrijven, of aanbiedt, of toelaat. Wie meer verlangt, voor dien had ik
veellicht eenmaal kunnen schrijven; thands kan ik het niet. Hy, wien de
perken, waarin mijn verzwakte geest zich thands opgesloten vindt, te naauw
zijn, beklage my: die wien zy voldoen kunnen, vermeide er zich in! -
Vaartwel.