De ziekte der geleerden
(1807)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijWillem Bilderdijk, De ziekte der geleerden. Johannes Allart en de gebr. Van Cleef, Amsterdam/Den Haag 1807
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 710 D 29
algemene opmerkingen
Dit bestand is, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de eerste druk van De ziekte der geleerden van Willem Bilderdijk uit 1807.
redactionele ingrepen
p. 9 van de Inteekenaars: De woorden ‘Het Leesgezelschap’ worden door ons telkens herhaald daar waar in het origineel een streep stond. Dit betreft alle vermeldingen na de eerste vermelding.
p. 78 van het Nabericht: ook hier zijn de woorden uitgeschreven die in het origineel herhaald worden door een streep. De daar genoemde ‘Drukfeilen’ zijn verwerkt.
Bij de omzetting van het oorspronkelijke tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. π2, π4, Voorbericht VIII, Voorafspraak 12, hoofdwerk 2, 26, 52, 54, 78, 106, 132, 134, 164, Nabericht 2) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. π1)]
De ziekte der geleerden.
[pagina ongenummerd (p. π3)]
De ziekte der geleerden, door MR. Willem Bilderdijk.
Τις γαρ
ἀοιδος, τις ὁ
χειροτεχνης
᾽Ιατοριας,
ὁς τηνδ᾿ ἀτην
-
κατακηλησει;
Gedrukt ten voordeele der Stad Leyden.
te Amsterdam en 's Gravenhage, bij Johannes Allart en de gebr. van Cleef.
MDCCCVII.
[Inhoud, p. 1]
INHOUD.
EERSTE ZANG.
Inleiding en voorbereiding.
Voorstelling des Onderwerps;
Aanroeping.
Toewijding, aan de Jonglingschap, zich op wetenschap toeleggende;
aan den lijdenden ouderdom. Bladz. 3 tot 5.
De hooge Heldentoon afgewezen. 6.
Menigte van kwalen, en haar oorsprong. 7.
Waarom de mensch vatbaar voor lijden? 8.
't Lichaam door alles vernielbaar. - De pijn is
ter waarschouwing van 't aandoende kwaad. 8 tot 10. -
Uitbreiding. - Lof van de pijn. 11, 12.
Tafereel uit de Oudheid: de Veldgod. Dit toegepast. 13 tot
15.
De eerste graad van 't gevoel der ongesteldheid, niet te
veronachtzamen. - Gevolg van zulke verwaarloozing - vergrooting van 't
leed; - 't geen dan poging in 't lichaam verwekt om het
uit te drijven. 15 tot 18. - Hoe? - Voorbeelden: krimping,
uitstorting van vochten, ettermaking, ontsteking, koorts. - Hippocrates
bevestigd. 18, 19.
Verkeerde Geneeswijze veroordeeld. - Geneeskunst, de
Natuur te volgen; niet, te willen dwingen. 20.
Ongeneeslijke kwalen - voor te komen. - Gelijkenis. - Toeneming van
't kwaad, en - opwekking tot tijdige maatregelen. 20 tot 22.
[Inhoud, p. 2]
Doch nooit te wanhopen aan genezing. 23.
't Onderwerp nader bepaald. 24.
TWEEDE ZANG.
Oorsprong en aart dezer ziekte.
Ware kennis, kennis door de oorzaak. - Zij rust op de
Ondervinding; - uit welke de Wetenschap. 27 tot 29.
Aanroeping der Ontleedkunst; - niet tot verklaring van de
verhevener Physiologie - of ter beslissing van het verschil van Systema
tusschen de Geleerden. - Noch ook tot volkomen uitlegging der Dierlijke
huishouding; - maar alleen tot ontdekking der eerste beginselen. 29 tot
31.
De klieren en hare werking - door voorbeelden
opgehelderd. 31, 32.
't Werktuig van het denken ook stoflijk en vermoeibaar. 33.
De vermoeiing verklaard als uitputting. - Die op
allen arbeid volgt, zwaar of gering. - Ook op het vermaak. - En, met
één woord, op alles. 34 tot 36.
Toepassing hiervan op het werktuig van 't denken, de hersens. - Waar
van, als werktuig, zelfs het denkvermogen afhangt. - Uitbreiding. - 36,
37.
Aart van het lichaam: - verspilde vochten steeds te herstellen - tot
geheele uitputting des lichaams toe. 37.
Voorbeelden, in den Wellustige: - in de zogende Voedster: - in de
speekselverkwisting der Tabakrookeren. 38 tot 40.
[Inhoud, p. 3]
Nadere verklaring. - Ieder vocht wordt afgescheiden uit het bloed. -
Gelijkenis ter opheldering. 42, 43.
Te groote verslinding van een, brengt algemeen gebreklijden te weeg.
- Toepassing. Wegneming der voeding: - verwoesting van 't werktuig - zelf,
door de prikkeling: - ontaarting der vochten - en van de geheelheid des
bloeds. 43, 44.
Dit te erger in de hersenen, - om derzelver, algemeene beheersching
van alle de deelen des lichaams. - Van waar dan ook alle de toevallen die
deze ziekte meêbrengt. - Beschrijving derzelven. 45, 46.
Overgang tot den Derden Zang.
DERDE ZANG.
Algemeen overzicht der ziekten.
Verschijning. Allegorien -
a) van de heete ziekten;
b) de afgaande koortsen,
c) de sleepziekten; - en de schriklijke toevallen van dezen. 55
tot 59.
Afdaling in den Afgrond. - Voorburg der Helle: - vervuld met allerlei
Zedelijke en Lichaamskwalen. 59 tot 61.
De Pijnen, - van allerlei grootte en gedaante. - Hare
veranderlijkheid, - menigte; hare werking, in stekingen, klemmingen,
benaauwdheden, scheuringen, kloppingen, stikkingen, gloed, koude, enz. te
doen gevoelen. - Gelijkenis. - Wijders
[Inhoud, p. 4]
hare samenhooping, vermenging, voortteling van nieuwe pijnen. 61 tot
65. - En by welke geene door Dwingelanden uitgedachte foltering
haalt. Ald.
Nieuwe Verschijning, die de plaats der eerste inneemt. - De
verbeelding schept, in den Afgrond, Razernyen, als aanstooksters tot, en
wreeksters van zedelijk kwaad; en plaatst daar, even zoo, den oorsprong der
Ziekten, en der onheilen van 't Lotgeval. - Doch ons hart is oorsprong van
't zedelijk - 't lichaam, van 't lichaamlijk leed; - en de Voorzienigheid
doet wel in de uitdeeling van 't lot. 66, 67.
Uitbreiding - en te rug brenging op het lichaam, als oorsprong der
Ziekten. 67.
Besmettingen van buiten in de lucht - schaving, kwetsing - spijs,
artsenyen, vergiften - hebben plaats als oorzaken van Ziekten. -
Voorbeelden. 68.
Dan deze zijn weinig, - en behoefden ons niet te schaden; - maar het
lichaam, onverdorven zijnde, zou ze afweeren; - en hoe? - Doch de eerdere
verderving des lichaams plant zich over. - Voorbeelden. - Oorspronklijke
staat des lichaams. - Tegenwoordige, in zijn verval: - waaruit
voortbrenging van ouderdom - en natuurlijke dood. 68, 69, 70.
Even zoo de ziekten, uit bederf van vocht, en - ongesteldheid der
vezelen. - Samenhang der deelen. - Waaruit de verklaring der Ziekten en
ongemakken. 71, 72.
Kort te rugzicht op de Allegorie van dezen Zang. 72.
Dronkenschap der verbeelding, de aart der Poëzy, en
Besluit van dezen Zang.
[Inhoud, p. 5]
VIERDE ZANG.
De gezondheid
is uit geen goud of Scheikunstige bewerking te putten. 79 tot
82.
Het dierlijk leven waar in besta? - Staat van gezondheid.
81, 82.
De staat van gezondheid is één; maar hare afdwalingen
zijn oneindig; - en bestaan in het verbreken van 't evenwicht der
samenstemming, - waardoor de geheele Schepping in stand wordt gehouden: -
gelijk ook de kleene wareld, de mensch. 83, 84.
Genezen is het herstellen van dat evenwicht. - Geen
Panaceën! - Maar de oorzaak des kwaads weg te nemen! 84, 85.
Oorzaak onzer ziekte in 't brein: - doch haar werking, algemeen, -
door de zenuw. - Gevolg van de te groote aandoenlijkheid der zenuw, en -
hare uitwerking op de gantsche huishouding des lichaams. 85 tot 87. -
Uitbreiding. Ald.
Maar by de vermoeiing des breins komen nog andere oorzaken in den
Geleerde. 87, 88.
Noodwendigheid der sex res non naturales. - Dezen verklaard,
en hare diensten aan 't lichaam. 88 tot 90.
De Geleerde schuldig aan vergrijp omtrent die allen. Ald.
Een te sterke trek in den mensch verslindt alle anderen, en vernielt
hem. 91.
Toepassing daarvan; - inzonderheid
op den slaap;
[Inhoud, p. 6]
op de lucht;
de spijs en drank; 91 en volgg.
de lichaamsbeweging; 93. volgg.
de gemoedsbewegingen. 95.
't kwaad der apathie; - der zielskwellingen van velerlei aart; - en der
onttrekking aan de genoegens. 95 tot 98.
's Dichters zelfbeschuldiging, 98 tot 100.
Samentrekking van het voorgaande. - Toespeling op den kennisboom en
Adams val. - Bestemming des menschen - niet tot Geleerde of Kunstenaar,
maar tot mensch. 100 tot 102.
Geneeskunst kan tegen geen' zelfmoord. 102 volgg.
Overgang tot den Vijfden Zang.
VIJFDE ZANG.
Genezing.
De Ziekte in haar Wezen aan te tasten, ongeacht zwervende
toevallen. (Waarop steunt de algemeene genezing.) 107.
De breinverzwakking twijfelachtig in andere ziekten, - voortgekomen
uit weelde, ledigheid, overdaad; gebrek; geweldige bloedstortingen, of
afvloeiingen van andere vochten; - waarvan voorbeelden: - uit kwalijk
behandelde morbi acuti, uit morbi chronici van allerlei aart.
- En waarom dan twijfelachtig? - Voorbeelden. -
[Inhoud, p. 7]
Doch in ons geval zeker, uit haar ontstaan-zelf. 108 tot 110.
Gelijkenis - en aanmaning om der Ziekte alles te onttrekken wat iets
tot haar kan toebrengen. 110, 111.
A) Onthouding van letteroefening, noodzakelijk. -
Uitspanning te zoeken in den Muzyk; - maar geen zang of fluitspel. -
Vriendenkout; - maar geen lastige bezoeken, die afmattend zijn voor den
geest. 112, 113.
Vermijding van bekommering. Die alles in de Natuur van zich
weert; de mensch-alleen toelaat. - Waar toe behoort - zuiverheid van
Geweten; - Godsdienst; - achtgeving op huisbelangen, - op zaken die 't
lichaam roeren, sierlijkheid, enz. 113 volgg.
Huislijke genoegens; - die van 't Landleven; - 't genot der Lucht, -
maar met vermijding van de middaghitte. -
Eigen handgebaar, van tuinery; boekbinden; kunstoefening; houthakken,
enz. - Vooral wandeling; en te paardrijden. 113 tot 116.
Onthouding van verkeerd voedsel. Van raauwe en
windenverwekkende spijzen; hare - uitwerksels. - Van aangezette wijnen en
sterke dranken. - Van Thee en Koffydrank. - Hun werking. 116 tot
119.
De Huwlijksplicht niet volstrekt schadelijk; - maar
wanneer? 119.
Algemeene regel van onthouding. - Echter geen te enge leefregel te
houden, als in een heete ziekte. 120.
Dierlijk voedsel. - Geen speceryen. - Somtijds ook wat
[Inhoud, p. 8]
ruimer tafel. - Dit echter niet dan na voorafgegaan sterken der
ingewanden. Ald.
B) By onthouding moet werkelijke genezing komen. -
Bestaande
a) in zuivering der eerste wegen, waarmeê de verbetering
der vochten gepaard gaat. En
b) versterking. - Gelijkenis. 121 tot 123.
In de ontlasting wel acht te geven op 't middel. -
Kwade uitwerking der te vinnige middelen en te sterke ontlastingen. -
Voorbeelden. - Die verklaard. - Hoe te ontlasten, en keus der middelen.
123, 124.
Verstoppingen in regione hypochondriaca, milt, lever, nier;
die somtijds sterker prikkeling vorderen. - Middelen in dat geval. - Deze
aan onkundigen voor te stellen, gevaarlijk. 125.
Doch zulke verstoppingen zijn er niet altijd. - Zy wijken ook voor de
algemeene heeling; - (voorbeelden.) - Zoo er slechts geene
verhardingen zijn. - Doch die maken dan eene ziekte op zich zelfs, en
behooren tot onzen taak niet. 126, 127.
Versterking wat niet zij? - Gevaar der zoogenoemde
versterkmiddelen. - Wat zy wel zij? - Hoe zy te weeg worde gebracht? -
Krachten van 't bitter, en deszelfs werking. - Verscheidenheid van
middelen, daaruit genezingskracht ontleenende. 127 volgg.
In 't bijzonder mede de Kinabast. Ald.
Het Staal. - Hoe? 129.
[Inhoud, p. 9]
Het gebruik der voorgestelde middelen te regelen door de
Geneeskunst. 130. En
Overgang ter beschouwing der ongemakken, die by de Algemeene Genezing
somtijds byzondere middelen vorderen.
ZESDE ZANG.
Alexander in den slag van Arbela 135.
Toepassing op den Arts. 136. Doch niet te min aan
Byzondere toevallen somwijlen te hulp te komen. -
Als, hartvang, krampen, zware hoofdpijnen. 137.
Beschrijving van de velden van Enna.
Onderaardsche winden door dampen veroorzaakt. - Hoe verwekt? - Hun
geweld en uitwerking. - Toepassing op 't menschelijk lichaam. 138 tot
140.
In opzettingen van winden, middelen. - Natuurlijke. -
Scheikunstige. - Uitwendige. 140 tot 143.
In den uitersten nood de Opium. - Deszelfs lof, - gevaarlijk
misbruik, en uitwerking. Ald.
Waarschouwing. 144.
Hartvang. - Zijn gevaarlijkheid. 145, 146. - Oudtijds
de aderlating algemeen in dit toeval. - Gevolg daar van, en -
waarschouwing. - Andere middelen en welke? Ald. - Afwending.
147.
Hoofdpijnen. - Dezen boven alles te duchten. - Oudheid kende
onze pijnen niet, en waarom? 148 en volgg.
[Inhoud, p. 10]
Driërlei oorzaken van deze Hoofdpijnen:
a) Ophooping des bloeds.
b) Aandoening van de maag, die krampen in de hersens werkt.
c) Ledigheid van 't hoofd. 149, 150.
Deze oorzaken te onderscheiden. - De herstelling van den geregelden
omloop des bloeds hier noodwendig - door uitwendige prikkling en
aftrekking.
spoeling van 't ingewand, andere middelen. 150 tot 152.
In ledigheid van 't hoofd, middelen. - Waarschouwing tot voorkoming.
- Onthouding. - Behoefte, tijdig te voldoen. 152. - Ook dit omtrent
den arme in acht te nemen. 153.
Gebrek aan slaap, en 't gevolg daarvan.
Dolheid, of Beroerte. 153.
Beroerte, wat? 154. Dolheid en kindsheid. 155.
De slaap is niet te geven - door artsenyen. - Uitwerking des Opiums
in volstrekte slaaploosheid. - Bedwelming gevaarlijk. - De slaap hangt af
van den geregelden of ongeregelden loop des bloeds. 156 tot 158.
De Geneeskunst kan de Natuur steunen; maar niet herstellen, als zy te
niet is. Ald.
De Dochters van Pelias - door betrouwen op toovery - tappen hunn'
Vader het bloed af, - en wachten vergeefs op de jeugdvernieuwende
sappen. 159 tot 162.
Besluit. 162.
[Nabericht, p. 78]
Drukfeilen.
In de Voorafspraak: Bladz. | 1 vers 2. gebrom. | Men leze: gegrom. |
In 't Werk: Bladz. | 24 vers 13 folterend. | Men leze: foltrend. |
In 't Werk: Bladz. | 46 vers 21 lustloosheld. | Men leze: lustloosheid. |
In 't Werk: Bladz. | 48 vers 21 zic hden. | Men leze: zich den. |
In 't Werk: Bladz. | 49 vers 16 och of. | Men leze: Och of. |
In 't Werk: Bladz. | 68 vers 9 en elders artzenyen. | Men leze: artsenyen. |
In 't Werk: Bladz. | 119 vers 15 Mahomet. | Men leze: Mahomed. |
In 't Werk: Bladz. | 142 vers 15 stoking. | Men leze: stroking. |