Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
[pagina 223]
| |
mij schonken. Ik kan er maar niet genoeg van krijgen het meer dan duizendmaal opnieuw over te lezen. Ik kon het niet opzijleggen vannacht, toen ik naar bed ging, en vanmorgen zit ik sinds vijf uur (de klok slaat nu negen) het beurtelings aan mijn kloppend hart en aan deze begerige lippen te drukken, die tevergeefs proberen om er zelfs het geringste restant van de adem die jouw lieve gezegende mond eraan gaf uit te halen. Ach is het mogelijk: jouw tranen, veelvuldige tranen vloeien uit die heldere, hartveroverende ogen, om het moment te versnellen, het heerlijke moment...! Nee, ik kan mezelf niet tegenhouden, mijn hart vloeit over van vervoering; ik moet hier mijn pen neerleggen; ik vlieg naar de plaats, de gezegende plaats van onze afspraak en daar zal ik de lange, lange tussenpoos tranenstortend doorbrengen, door niemand ontdekt, tot het gelukkige moment aanbreekt dat jouw lieve hand ze opdroogt. - Adieu, tot dan, mijn lieve aanbedene! Vaarwel. |
|