Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
[pagina 222]
| |
Bilderdijk aan zijn geliefde. Londen, 21 april 1797‘Je bent het nieuwe huis in tranen binnengegaan’? Lieve beminde engel! Jij kunt niet meer aangedaan zijn door het verlaten van Arabella Row dan ik alleen al bij de gedachte.Ga naar eind224 Gisteren ging ik naar het ontruimde huis; ik nam het in me op met tranende ogen om er het laatste vaarwel aan te zeggen; en mijn hart kon er geen afscheid van nemen. Als toen iemand de deur opengemaakt had, zou ik naar binnen gestapt zijn. Met een gretig oog keek ik door de ramen, en ik zegende elke plek die eens mijn vermoeide ziel gelukkig maakte. Nee, ik kan de gedachte niet verdragen dat jij het huis verliet, om naar een andere plek te verhuizen, verder weg. Ik dacht dat je het alleen zou verlaten voor mijn open armen: en toch...! Ach, ik benijd die mensen die hun voeten zullen plaatsen op de voetafdrukken die jij achterliet, die zullen ademen op plaatsen die geheiligd en gezegend zijn door onze tedere omhelzingen en door zoveel vreugdevolle en medelijdende tranen die wij samen vermengden. - Nee, mijn hart is eraan verbonden met onzichtbare banden, en nooit, nooit kan ik die zoete belangwekkende plek vergeten, die eens de zetel van mijn welzijn was en het onderdak van mijn enig geluk! Morgen, mijn liefste op aarde, is het zaterdag. Ik verwacht dat jij het tijdstip vaststelt-! Ach laat het vroeg zijn, laat onze ontmoeting niet beperkt zijn tot de krappe tijd van twee of drie uur. Laat jouw goede medelijdende hart, laat je tedere ziel, laat jouw slimme geest alle krachten aanspannen om de middelen te bedenken die mij een hele dag van geluk verschaffen! Mijn ziel brandt van ongeduld en kent geen rust tot het heerlijke licht aangestoken zal worden dat het teken is om mij in de opbeurende armen van de enige die mijn hele heil en mijn levensbron is te leiden. - Vaarwel!
(Vrijdag.) |
|