Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
Bilderdijk aan zijn vrouw. Londen, 12 april 1797Lieve, dierbare! Ik hoop dat je mijn vorige brief van vijf weken geleden, met die daarbij ingesloten was voor de heer Outhuys, via de gewone weg over Hamburg gekregen zult hebben, ofschoon ik sinds het vertrek van de heer Hartsinck vandaar niet meer dezelfde zekerheid daarover kan hebben.Ga naar eind221 Dat is ook de reden dat ik er hierin over begin, want hij zou misschien vermist kunnen raken, wat wel meer gebeurd schijnt te zijn. Anders kan ik jouw klachten over de zeldzaamheid van mijn berichten niet in overeenstemming brengen met de grote hoeveelheid brieven die ik vanhier verzend. Als dit zo is, dan doen wij er goed aan naar een andere manier van corresponderen om te zien, dan die van de weg van de genoemde minister die nu hier in Londen woont. Nu neem ik een bijzondere gelegenheid waar, die zich onvoorzien voordoet om jou deze te schrijven. - Niet om je enig nieuws mee te delen, wat (zoals ik in mijn vorige meldde) nu niet mogelijk is, ofschoon er veel op komst is wat binnenkort openbaar zal worden; maar gewoon om je te vragen mij (zo mogelijk) een paar boeken over de Hollandse rechten toe te zenden, omdat ik die hier tegenwoordig nodig heb, via de weg die ik op zal geven. Ik sluit hier een klein lijstje bij van de boeken die ik vooral nodig | |
[pagina 221]
| |
heb, en ik zie niet waarom jij mij die niet zou kunnen oversturen, vooral omdat ik bereid ben daarvoor een bewijs van ontvangst te geven, onder de voorwaarde van die in natura of de waarde ervan bij de eerste vordering terug te geven. Om die mij te verschaffen hoef je ze alleen in een koffer of kistje gepakt te sturen aan de weduwe Peter Roche en Vink te Rotterdam, met het verzoek om ze met de eerste gelegenheid over te sturen aan de heren Van Dijck en Gevers te Londen, die ze mij in handen zullen geven.Ga naar eind222 Het zou prettig zijn als je daar een paar overhemden en onderhemden bij kon doen, omdat wat ik heb totaal versleten is en het geld me ontbreekt om nieuwe te laten maken. Ik geloof echter niet (bedenk ik me) dat je nog hemden van mij over zult hebben, behalve als je er misschien enige van die soort overgenomen mocht hebben waarvan zus mij twee stuks meegaf en die van zekere neef Van Onna afkomstig zijn, en die heel goed zijn. Nieuw goed mag hier niet ingevoerd worden, het zou dus ten minste eerst gewassen moeten worden. Wil je de inliggende bezorgen? Omhels onze Elius van jou en mij; en groet degenen die met een oprecht hart met mij meeleven. Vaarwel!
12 april 1797.
p.s. Mijn adres, als je me direct naar Londen schrijft, is Wm. Bilderdijk Esqr. N 3 Cleveland Row. St. James. London. Ik woon hier namelijk vlak tegenover het paleis van de koning, en mijn ramen aan de voorkant kijken in de kleedkamer van de prinses van Wales.Ga naar eind223 Een heel mooie vrouw, die oneindig veel op jou lijkt, maar zich nooit in die kamer kleedt. Stuur die boeken echter niet aan mij, maar zoals ik zei via de weg van de wed. P. Roche en Vink, aan Van Dijck en Gevers hier. |