ben ik toch misleid door mijn eigen droefheid. God gave dat het zo zou zijn en dat jouw aanbeden hart kalm en gelukkig is! De hemel gave dat ik alleen leed, en dat mijn leed het jouwe mocht vrijkopen! - Met het vurigst verlangen zie ik uit naar berichten van jou, naar de lieve troostrijke brieven die je goddelijke hand voor mij zal schrijven. O wat een eindeloze, vervelende, afschuwelijke dag zal het worden! Zal die ook voor jou zo zijn, mijn schat? Nee, zeker niet! Jij krijgt mijn briefje zoals gewoonlijk, maar mijn ongelukkig lot is dat ik op het jouwe moet wachten tot bijna middernacht. - Liefste, enig beminde, bemind met de gloeiendste tederheid, met de vurigste bewondering, nee, ik kan deze wrede scheiding van alles wat dierbaar voor mijn hart is niet volhouden! Mijn hart wordt verpletterd onder het gewicht van deze bedrukkende gedachte. - Geef me de troost die ik nodig heb, aanbiddelijke liefde! geef me, herhaal me de verzekering dat je van me houdt, dat je altijd van me zult houden, dat je mijn tederste wensen zult vervullen! Laat me daar zeker van zijn, bevestig mijn hoop elke dag met de onbedwongen ontboezemingen van dat aanbeden hart waarin ik leef en waar al mijn geluk van afhangt. Toon me dat medelijden, mijn lieve engel, dat barmhartige medelijden waar mijn ziel naar vraagt, en om mijn wensen te voltooien, laat mij weten dat het goed met je gaat, dat je tevreden bent, dat je gelukkig bent, en dat jouw verlangens niet afwijken van die van dit onveranderlijk hart, dat van jou is in de breedste betekenis van het woord! Adieu, mijn liefste, vaarwel!