Bilderdijk aan zijn geliefde. Londen, 27 februari 1797
Kun jij je voorstellen, mijn lieve hartsbeminde, dat ik in mijn kamer kan blijven zitten, terwijl ik in vuur en vlam ben door de betoverende hoop mijn hele gelukzaligheid te ontmoeten? Zou ik niet naar de plaats van de afspraak snellen, zelfs wanneer alle omstandigheden samenspannen om te kennen te geven dat die ontmoeting onmogelijk is? Ach, mijn enig geluk! hoe weinig ken jij de woelingen van dit brandende hart als je dat voor mogelijk houdt! Zeker, mijn lieve engel, ik begreep dat het alleen van het weer afhing of je naar de City ging, maar ofschoon het kwart voor één regende, vleide ik mezelf ermee dat de regen over enige ogenblikken kon ophouden, of dat je een of andere smoes kon vinden om uit te gaan ondanks enige druppels. En inderdaad, enige minuten na enen was de regen gestopt. Ik wachtte in Springgarden tot half twee, toen dacht ik dat de kerk wel uit zou zijn, dus ging ik daarheen en het bleek dat ik goed gegist had. Mijn hart was met dat alles niet tevreden en zei me dat je misschien terug naar huis was gegaan vanwege de regen, maar dat je met de verandering van weer ook die bestemming veranderd kon hebben, en ik haastte me om weer mijn eerste wachtpost in te nemen. Daar bleef ik tot drie uur, daarna bedacht ik dat je daar voorbij kon zijn gegaan terwijl ik naar de kerk liep, dus wandelde ik naar Hatton Garden, waar ik de dag doorbracht met op en neer lopen tot ongeveer zeven uur, toen ik elk vooruitzicht om mijn liefste beminde te zien verloor. - Maak je daarover niet ongerust, mijn lieve engel; ach, hoe meeslepend is het voor mijn hart om te wachten op die hemel die jouw lieftallige verschijning voor hem zal openen! Nee, de hoop zelf op een moment geluk in jouw armen (zelfs als die vergeefs is), is niet te duur betaald met welke pijn of moeite ook.
Deze ochtend lijkt zeer mooi, en we zullen gelukkig zijn! Och hoe verlang ik naar dat gezegende uur-moge het niet bedrieglijk zijn! - Ach, als ik teleurgesteld werd na zo'n heftige opwinding-! Maar nee, de godin van mijn hart zal medelijden met me hebben, ze zal geluk aan mijn brandend hart schenken, ze zal trouw zijn aan elke belofte. - En als het lot zelf (ongelukkigerwijs) zich verzet tegen deze ontmoeting, dan zal deze avond het