Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
[pagina 194]
| |
Bilderdijk aan zijn geliefde. Londen, 15 februari 1797Liefste beminde van mijn hart! Ik wil vanmorgen niet zo vroeg uit huis gaan als gewoonlijk en hoe kan ik mijn dag beter beginnen dan met een brief aan het beminde object van mijn liefde? Ik voelde me gisteren beter na de aderlating, maar ik was verplicht om weer naar buiten te gaan in die vreselijk slechte avondlucht en les te geven van 9 tot 11 uur. Daarop bracht ik een ongemakkelijke nacht door in hevige koorts met deliriumaanvallen. Met dat alles vind ik niet dat ik zieker geworden ben, maar ik heb een benauwdheid op de borst met een flinke droge hoest die het nodig maakt dat ik hoestmiddelen gebruik. Het ergste is dat ik geen enkele dag thuis kan blijven en dat ik lange afstanden moet afleggen in de stad, waardoor ik oververhit raak, en dus ben ik bang dat de ontsteking die nu in het bloed zit, zich vastzet in de borst. Maar ik zal doen wat ik kan om dat te voorkomen. Ik ben duizendmaal dank aan je verschuldigd voor die lieve attentie van jou om me dat verband te sturen.Ga naar eind197 Het zal me genezen door de oneindige kracht van de liefde, want het is geheiligd door jouw gezegende hand, en het zal elk ongeluk voorkomen dat mij gewoonlijk treft na een aderlating. - Op dit moment heb ik geen lessen (want gisteren hielden weer twee lessen op omdat twee leerlingen van me overzee gingen) behalve om half vier en een paar maal in de week om acht uur 's avonds (maar heel onzeker). Er is tijd genoeg dus, mijn aanbedene, om mezelf naar elke plek die je me zult opgeven te verplaatsen, en moet ik je vertellen dat ik altijd bereid ben om dat hemelse geluk te genieten? Graag zou ik meer schrijven en mijn hele hart uitstorten, maar ik merk dat mijn hand en mijn hoofd vermoeid zijn van deze paar regels. Een onmiskenbaar teken van ziekte. Liefste op aarde, wees niet angstig over mij, ik zal mezelf niet verwaarlozen, ik zal snel beter worden, daar ben ik zeker van. Adieu mijn liefste, let goed op je kostbare gezondheid en vergeet de arme patiënt niet wiens hele heil, wiens gezondheid, wiens leven, wiens geluk en enige welzijn afhangen van jouw onveranderde aanhankelijkheid! Vaarwel!
Woensdag. 15 februari 1797. |
|