Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
Bilderdijk aan zijn geliefde. Londen, 13 februari 1797Liefste, aanbiddelijkste! Kun jij denken dat ik zo'n monster ben, dat ik door de kleinste schaduw van misnoegen over haar die ik zo vurig bemin, slechts een moment in mijn hart zou overwegen om wraak te nemen, als dat al mogelijk was, door jou geen bericht te sturen? O mijn teder beminde, hoe weinig ken jij dit zachte en brandende hart, dat geen andere gevoelens kent dan die voor het enige voorwerp van zijn verlangens-hoe weinig ken je mij, als je denkt dat dit mogelijk is! En wat een wrede reden neem je aan voor dat veronderstelde misnoegen! Ach, enig voorwerp van mijn gloed! als ik in brand sta, ontvlam, wegsmelt in liefde en tederheid, en bij mijn liefste een kleine vonk overspringt van het vuur waardoor ik verteerd word, hoe zou het dan mogelijk zijn dat ik die gezegende betovering waaraan ik mijn geluk dank, niet zou bewonderen? Nee, mijn liefste, de hemel gave dat je dit hart vertrouwde! Je vertrouwde het genoeg om alle terughoudendheid af te gooien! Je was er zeker van dat ik niet verwisseld kan worden met dat soort onwaardige en verdorven mensen bij wie de hartstocht even snel ophoudt als de hitte van onbevredigde lichamelijke begeerte. Bij die mensen is hartstocht alleen maar dierlijke wellustigheid, die niet verheven wordt door de hemelse vlam van de Liefde! - Nee, mijn liefste engel, gezegende godheid van mijn ziel! Denk niet dat enige gunst de werkelijke gloed van mijn liefhebbende ziel kan verminderen! Nee, elk teken dat een antwoord is op de liefde, is nieuw voedsel voor zijn zuivere vlam. En als jouw zacht engelenhart iets daarvan liet zien, dan is het mijne daarvoor de meest innige dank verschuldigd aan jouw tederheid en aan de hemel zelf. Als ik klaag, dan is het over | |
[pagina 192]
| |
de terughoudendheid die jij te veel in acht neemt voor mijn brandende verlangens. En zelfs die terughoudendheid, zelfs die is mijn hart dierbaar, mijn liefste, hoewel ik er onbegrijpelijk onder lijd, hoewel geen tong het leed kan uitdrukken dat ik daardoor verdraag. Mijn hart kan alleen maar elke gedachte van het jouwe aanbidden en slechts dankbaar aanvaarden dat het in onthouding blijft, en tegelijkertijd in onderwerping en bewondering zijn! Ach! hoeveel moeite kostte het mijn hart, toen ik gistermorgen naar huis ging en meneer Texier was vertrokken! - Hij vertelde jou de waarheid, mijn liefste engel! maar niet helemaal. Ik was die nacht erg ziek en dat ben ik nog, maar omdat ik verplicht was naar buiten te gaan voor een belangrijke zaak in verband met de stadhouder, kon ik niet thuisblijven. Maar door mijn kwellende hoofdpijn was ik verhinderd terug te zijn op het uur dat ik vastgesteld had. Ik heb nog steeds een hevige koorts, die aanhoudt sinds wij uit elkaar gingen en die me doet verlangen naar rust en mij laat hunkeren naar bedtijd. Maar omdat ik ontzettend overbezet ben met zaken, kan ik niet in mijn kamer blijven en dat is een groot voordeel. Want ik zou totaal bedlegerig worden als ik toegaf aan de ziekte, die nu (hoop ik) met een paar dagen over zal zijn. - Meneer Texier zal je dit niet vertellen, omdat hij eenmaal het besluit genomen heeft mij nooit iets van jouw ongesteldheden te vertellen, en jou evenmin iets van de mijne. - Gisteren hield ik een groot deel van de dag het bed, en de hele avond. Misschien zal ik vandaag tot hetzelfde verplicht zijn. Maar ik smeek je, mijn liefste, wees niet ongerust over mij. Morgen zal ik een aderlating krijgen, en dan zal de kracht van de ziekte gebroken zijn, en misschien zal ik de volgende dag weer mijn oude gezondheid terughebben. Je gaf me hoop op een nieuwe ontmoeting, mijn liefste! Ach! Laat het zo snel mogelijk zijn! Nooit zal ik daar te ziek voor zijn. -[...] Ik ben er zeer zeker van dat ze (bij jou thuis) niet kunnen bedenken dat wij elkaar zagen. Ze zijn niet in staat om zich enige voorstelling te maken van die hemelse liefde, die wij voelen, en helaas! hoe weinig mensen zijn er die werkelijk vatbaar zijn voor haar hemelse vlam! - Zelfs als ze achterdocht tonen, dan is het nog niet omdat ze die hebben, maar alleen om jouw zachte aard te kwetsen. Maar als je ergens heen gaat, zeg het niet zo lang van | |
[pagina 193]
| |
tevoren: laat het een onverwachte beslissing lijken, dan zul je des te meer vermijden dat ze op het idee van een rendez-vous komen. [...] Hier moet ik ophouden, mijn liefste! - Ik ben erg ziek, maar tegelijkertijd voel ik mezelf gelukkig, en sinds twee dagen ben ik in een betoverde wereld, waarin ieder voorwerp nieuw is en me bevalt. Herinner je je soms wat je me vertelde van de vrouw in Deptford, ongeveer in de maand juli?Ga naar eind196 - Is het de dood voor mij? is het leven? - Ik weet het niet, maar mijn hart heeft steeds goeds voor dit jaar voorspeld. En als jij gelukkig bent, liefste op aarde, o! dan is de dood zelf welkom bij mij. Lieve beminde! verdenk mij er nooit van dat ik een ongevoelig of onbehaaglijk moment kan hebben als jij in mijn gedachten bent. De dood ontvangen van jouw lieve hand zou hemelse zaligheid zijn en hoeveel ik mag lijden onder die maagdelijke bescheidenheid en terughoudendheid die jij altijd zo hoog houdt, ik heb er respect voor en bewondering, zonder te klagen. Ja mijn lieve engel, je bent aanbiddelijk voor mij, zelfs in je gereserveerdheid, evenals in elke gunst die je mijn brandende liefde toestaat. Ach, ze zijn onschuldig, deze gunsten, zo onschuldig als de kus van een vader. Ze zijn dat vanwege hun aard, maar heiligt liefde niet alles? Ja, zeker, mijn schat, en onze omhelzing kan nooit schuldig zijn. Waarom zou je dan bang zijn je terughoudendheid af te werpen, die mijn zwak gevoelig gestel zoveel kost? Maar nee, ik zal niet klagen, dat doe ik niet. Ik heb achting voor je wijs, je verstandig gedrag, en ik zal nooit over de grenzen gaan die je mijn verlangens voorschrijft. Wees gelukkig, mijn liefste, wees kalm, wees rustig. Ja, dat zeg je goed, ‘God is altijd God’. Dat zal Hij ook voor ons zijn: laten we daarop vertrouwen. Maar wees er zeker van dat niets vergeleken kan worden met de innige liefde, met de eeuwige verknochtheid en met de onveranderlijke trouw van dit hart. Vaarwel, liefste, enige liefste! neem mijn tederste beloften aan! Vaarwel!
Maandag, namiddag. |
|