Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
[pagina 190]
| |
Bilderdijk aan zijn geliefde. Londen, 7 februari 1797Tot nu toe is nog weinig gebleken van de Nederlandse achtergrond van Wilhelmina, hoewel zij tot haar negende in Den Haag gewoond had en het niet onwaarschijnlijk is dat er thuis althans door haar ouders nog Nederlands gesproken werd. Deze enige brief in het Nederlands van Bilderdijk aan haar wijst erop dat ze geen enkele moeite gehad moet hebben met het lezen daarvan. Bilderdijk schrijft dat hij bang is dat de brief in verkeerde handen zou vallen en daarom schrijft hij in het Nederlands. Het is niet duidelijk op wie hij doelt, want haar moeder, haar zusjes en Texier zouden hem juist kunnen lezen. Omdat Wilhelmina in Lewisham is, waarheen Bilderdijk haar vergezeld heeft, moet het wel om de bezorger van de brief gaan.
Mijn aanbiddelijkste! Ik schrijf je deze brief in het Nederlands, want hij zou misschien in verkeerde handen kunnen vallen en per vergissing geopend worden. Maak je geen zorgen over mij, mijn waarde, alleen op die voorwaarde zal ik oprecht zijn. Ik ben gisteravond goed thuisgekomen, maar was niet in staat om iets te doen, zelfs niet om het vervolg van jouw uitmuntend treurspel te lezen. Het is niet erger geworden, maar ik zal morgen niet goed naar Lewisham kunnen komen. Mijn hart lijdt er onbeschrijfelijk onder dat ik een gelegenheid die eigenlijk zo gunstig is, moet laten voorbijgaan. Ach! waarom moet alles op dit moment zo tegen mij samenspannen? Als ik beter word, zal ik proberen in de namiddag... maar hoe durf ik mijn hart daarmee te vleien? Reken er niet op, lieve dierbare! Ik meen je gezegd te hebben dat ik donderdag onvermijdelijk in de City moet zijn, vanaf vroeg in de morgen en ik weet niet tot hoelang. Misschien de hele dag! Ach! dat ik daarvan af kon komen! maar ik moet wel, omdat het een plicht is. Vertroost mij toch, mijn tederst geliefde, door enige woorden van je aanbeden hand. Bedenk dat het de enige troost is die ik krijgen kan. Beklaag me, maar wees tevreden, geniet van de genoegens van de vriendschap daar waar je bent en verzeker je vrienden van mijn achting (als je ermee instemt) en groet ze! Vaarwel, mijn aanbiddelijke! hou van mij zoals ik van jou hou. Jouw genoegens (ach! ontzeg ze niet aan je hart) zullen overvloeien in het mijne. Jouw droefheid is mijn wanhoop. Maak mij | |
[pagina 191]
| |
dus zo gelukkig als je kunt. Nogmaals vaarwel, mijn geliefde, vaarwel.
Londen, 7 februari 1797.
n.b. Je vader maakte het gisteravond heel goed, gezien zijn toestand.Ga naar eind195 Dit mag je wat dat betreft geruststellen. |
|