Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
Bilderdijk aan zijn geliefde. Londen, 13 januari 1797Ja, mijn lieve beminde! Ik ben vanavond naar de Bricklayers ArmsGa naar eind191 gegaan, maar je was in geen enkele van de koetsen. Vandaag hoop ik meer geluk te hebben en morgen zal ik je ontmoeten in B-d, zoals ik in mijn vorig briefje geschreven heb, dat je hierbij vindt. Op zondag is het onmogelijk voor mij om uit te gaan, omdat ik dan afspraken van het hoogste belang heb. Als je besloten hebt om langer in Lewisham te blijven, kan ik je morgenavond daarheen terugbegeleiden, en dan zullen we over je terugkomst praten. - Maak je geen zorgen, mijn liefste, en trek je er niets van aan dat ik sta te wachten. Er is geen pijn, geen vermoeienis die ik niet voor jou zou verdragen, voor jouw dierbare liefde. Ik wilde een heel lange brief schrijven, en nu ben ik helemaal verstomd en vind geen woorden of onderwerp. Ach! mijn hart is zo bedrukt, zo overvol. Maar ik zal je zien en al mijn leed zal verdwijnen. Het is twaalf uur. Ik moet naar buiten gaan, maar ik ben ongeschikt om welke zaken dan ook te doen. Wat een eindeloze ruimte tussen nu en drie of vier uur! hoe moet ik die tijd om krijgen!
Vrijdag. 13 januari 1797. |
|