Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
[pagina 179]
| |
Bilderdijk aan zijn geliefde. Londen, 25 december 1796Meneer Texier (neem ik aan) zal jou mijn briefje gegeven hebben. Toch verwacht ik Jenny. Ik weet, mijn lieve beminde, dat er geen gelegenheid voor haar is naar mij toe te komen, en je beloofde het alleen voor het geval dat meneer Texier mij geen bericht zou brengen, maar waarom zou ik een uur zonder jouw troostende brieven gelaten worden als er enige kans is ze te krijgen? Ach! Liefde is zo onrustig, zo begerig naar tijdingen van het beminde object, haar dorst kan nooit geblust worden, haar verlangen gaat steeds verder, haar wensen nemen elk moment toe en elke gunst die ze krijgt, voegt nieuwe kracht toe aan haar begerigheid. - Als Jenny niet komt, ga ik naar Pimlico. Misschien ontmoet ik haar op de afgesproken plaats. Ik probeer het. Lieve engel! Liefde is soms iets zots, iets kinderachtigs en lijkt op een stijfkoppige jongen die onophoudelijk zeurt zodra hij iets hoort over zoetigheden waar hij dol op is. Een belachelijke vergelijking zul je zeggen. Ja, mijn liefste. Maar ik zal hem voor me houden. Daar wordt geklopt, misschien Jenny. - Ja, Jenny komt naar boven. Liefste op aarde! Wat een lieve troostrijke brief! Ik zal je zien! Wat een onverwacht geluk! Om elf uur ga ik van Harleystreet, Cavendish Square, naar mijn huis. Ik zal je ontmoeten door over Hanover Square, Bondstreet, St. James's street, langs het paleisGa naar eind188 te gaan. Als je eerder uit zou gaan, kunnen we elkaar niet mislopen als je deze weg aanhoudt. Zo niet, dat zal ik om half twaalf bij Springgardens poort zijn, en daar zal ik wachten op mijn dierbare lief. Nee, het koude weer doet me geen kwaad, mijn beminde. Maar zorg jij goed voor jouw kostbare gezondheid. Ik weet dat je erg zwak bent, een teer gestel hebt. - Nee, ik ben tevreden, ik ben gelukkig, lieve engel: ik zal je niet lastigvallen door vanavond naar Pimlico te gaan. Ik zal dit briefje veilig wegbergen als Jenny weggaat. Ik zal alles doen om jou je gerustheid terug te geven, ik zal kalm zijn: ja, mijn liefste, wees dat zelf ook. Alleen, laat het gauw zijn dat we elkaar zien in Lewisham. Ik hoop dat je me weer zult schrijven via meneer Texier, zodat hij niets gaat vermoeden. Ik zal hem niets vertellen. Maar de laatste keer dat ik je zag, dacht ik dat het nodig was hem te zeggen hoe hij zich zou moeten gedragen bij jou thuis. Want ik wilde hem de zaak uitleggen | |
[pagina 180]
| |
voor het geval dat ons rendez-vous daar bekend zou worden, vanwege het tegenkomen van je oom.Ga naar eind189 - Jenny wacht op dit briefje, anders zou ik hier niet stoppen. Ik zou duizend verschillende dingen willen schrijven, en ik weet niet hoe te beginnen. - Maar nee, we zullen elkaar morgen ontmoeten, of aanstaande dinsdag. Ja, je zult zien dat ik gelukkig ben, mijn lieve engel. Ja, ik ben niet ondankbaar, ik zal je zachte tedere hart niet bedroefd maken. Laat dat hart van mij zijn, laat het antwoorden op mijn eeuwige hartstocht en ik zal alles standvastig en krachtig verdragen. Adieu, liefste beminde! Ontvang de innige kus die ik met brandende lippen op dit papier druk! Adieu!
Zondagavond. Na zeven uur. |
|