Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
[pagina 124]
| |
Bilderdijk aan zijn schoonzuster. Londen, 27 september 1796Waarde, geliefde! Ditmaal was mijn hart vervuld van het verlangen om je een zeer lange brief vergezeld van een aantal bijlagen te schrijven, maar omdat de beslommeringen waaronder ik gebukt ga aan het toenemen zijn, weet ik niet wat ik wel of niet aan kan roeren. Je te bedanken, lieve waarde, voor je opbeurende laatste brief, waarnaar ik zolang uitgekeken had en die mij om duizend redenen zozeer heeft ontroerd, is natuurlijk mijn eerste opwelling. Jijzelf voelt met welk een hart ik dit doe. Neem dus deze dank aan, ofschoon ik die niet uitdruk of onder woorden breng. Ik ben er zeker van dat je dit doet, en dit troost mij ervoor dat ik je mijn dank niet kan bewijzen. Ik moet, mijn waarde, wel instemmen met jouw redeneringen over het grote plan van verzen &c. uit te geven en ik geloof dat jijzelf en broer gelijk hebben.Ga naar eind146 - Op Ossian in het bijzonder valt dus niets aan te merken; anders zou ik eenvoudig zeggen dat Ossian noch in het oorspronkelijk, noch in de uitgave van MacPherson (die de plaats van het oorspronkelijk inneemt) in het minst iets heeft van de Klopstockiaanse uitdrukking die de Duitsers tegenwoordig meestal in hun hexameters volgen, en die Van de Kasteele van hen nageaapt heeft.Ga naar eind147 Zo vertalen zij ook Homerus, Kallimachus &c., maar dat is daarom nog niet eigen aan deze Grieken, en even weinig aan de oude bard. Het lijkt mij zelfs van wezenlijk belang te zijn dat men de man in zijn ware gedaante, ontheven van dat wonderlijk floers van de Duitse brabbelaars, leert kennen. - Maar, zoals ik zeg, de zaak in het algemeen moet men maar zo laten. Wat Manilius betreft. Hij is heel mooi, en het mooist voor degenen die het Latijn het beste begrijpt (want er zijn er weinigen die hem goed begrijpen). Maar zijn sterrenkunde is ten aanzien van de vaste sterren mijn model geweest in mijn sterrenhemel; en wat betreft de loop van de planeten, het hemelstelsel &c. heeft hij het zo fout als de tijd waarin hij leefde noodzakelijk meebracht. Dus Manilius vertalen kan niet de bedoeling zijn.Ga naar eind148 Maar met raadpleging van hem en van wat overgeleverd is van Aratus, kan zeker wel een heel goede hedendaagse sterrenkunde bewerkt worden, die wel bevallen zou.Ga naar eind149 - Maar jij hebt het probleem | |
[pagina 125]
| |
daarvan al aangeroerd: ik ben hier niet in de gelegenheid om een dergelijk werk te doen, en zolang ik om in de verre omtrek lessen te geven mij de benen aan stukken moet lopen van 's ochtends acht tot 's middags vier uur, kan ik na de middag geen werk doen waarbij ik moet nadenken. Omdat we nu bij de poëzie zijn, zou ik wel de vermiste stukjes hierbij kunnen voegen voor jou, maar ik heb geen lust en tijd gehad om ze over te schrijven. Je houdt ze dus te goed tot de eerste gelegenheid. Ik kan niet begrijpen dat mijn vrouw je het portret niet heeft laten zien dat van mij door de beroemde Schweickhardt gemaakt is en dat aan haar ten geschenke gezonden is. Ik had er een vers van mijzelf en een Engels gedicht van de oudste dochter van de man bij gevoegd. Het vers van dat meisje was heel mooi, en mijn vrouw heeft (in plaats van de schilder daarvoor een kleine dankbrief te schrijven, wat betamelijk zou zijn geweest, zoals ik haar meldde) aan deze dichteres een grote half Hollandse, half Engelse sentimentele brief geschreven, waarin onder andere nota bene enkele verzen waaronder staat: ‘Uit mijn lijkvers op Nieuwland’.Ga naar eind150 - Wat is er met dat lijkvers op Nieuwland? Is dat gedrukt? Hoe is het? en door wie is het nagekeken? - Ik heb je nog meer vragen over dat onderwerp te stellen, maar dit is, hierover, genoeg. Maar nee, ik moet het je zeggen. De laatste brief die ik van haar kreeg, behelsde een tot viermaal toe herhaald voorstel, of laat ik liever zeggen, verzoek, ja aandrang, versterkt met bedreigingen &c., om in te stemmen met een ontbinding van ons Huwelijk. - Wat denk je van zo'n poging en hoe moest me dit op het hart vallen? - Lieve zuster, je weet ongetwijfeld genoeg om te begrijpen hoeveel ik van haar gehouden moet hebben om mij aan haar te verbinden (voorbijgaand aan de bezwaren die er waren over bedenkelijkheden van vroeger), en haar te verkiezen tot mijn vrouw boven twintig meisjes die met elkaar twistten om mijn hand.Ga naar eind151 Ik onderzocht niet of zij haar jeugdigheid even ongeschonden aan mij aanbood als ik de mijne, en ik heb altijd, ervoor en erna, hart en oren gesloten voor alles wat men mij soms wel wilde toefluisteren; ja nooit is mij wegens iets van die aard een verwijt tegen haar ontglipt, noch heb ik over haar latere gedrag enige achterdocht gekoesterd. En ondanks al haar krankzinnige | |
[pagina 126]
| |
wisselmoedigheid en mijn wanhoop over haar ongevoeligheid in het lichamelijke en lauwheid in het morele, heb ik haar altijd bemind boven alles wat je je kunt voorstellen, en ik kan noch zal ooit ophouden haar boven alles te beminnen, wat er ook gebeuren mag of kan. En na zoveel jaren van onoprechtheid, heimelijkheid, koudheid en gevoelloosheid waarmee mijn vlammende driften beantwoord werden en die telkens gehoond en wanneer ze maar kon afgewezen werden, dringt zij aan op een ontbinding van het huwelijk. Ziedaar iets wat ik niet begrijp. Ben ik dan zo gevaarlijk en tevens onuitstaanbaar dat men zijn leven bij mij niet zeker is en mijn omhelzingen niet meer verdragen kan (zo schrijft ze)? Wel, de Hollandse democraten hebben ervoor gezorgd dat ik haar vanuit Engeland tenminste noch vermoorden noch zwanger maken kan, en zij is, lijkt mij, veilig genoeg. Wat moet dus die ontbinding van het Huwelijk? Wat bedoelt ze ermee en wat wil ze daarmee bereiken? - Schaamt ze zich om mijn vrouw te zijn, dan kon ik het begrijpen, maar dit schijnt het geval niet te zijn. Ja, het tegenovergestelde lijkt mij bijna zeker uit alles wat ze doet. - Verveelt het die ingetogen en koudbloedige vrouw nu dan zo erg om te leven op de manier waarop zij zo ontelbare keren bij mij aangedrongen heeft, dat zij niet schroomt tot zoiets gruwelijks over te gaan als de echtscheiding is? Of moet misschien dit plan iets anders verbergen, wat ik niet vermoeden durf? Lieve zuster, ik smeek je, onderzoek dit, helder dit voor mij op, geef mij raad. Want ik verlies mij in de dwarrelingen van mijn gedachten. En hoe kan dit anders? - Ik laat het aan jou over om van deze brief gebruik te maken of niet, maar help mij uit deze verwarring en droefheid. Jouw opmerking op mijn stukje over de tortels zweeft voortdurend door mijn gedachten; ach! verberg niets voor mij, ik smeek het je.Ga naar eind152 Ik heb haar intussen beantwoord zoals ik meende dat het goed was: zonder te redeneren heb ik haar de gruwelijkheid van de zaak, mijn denkwijze daarover en de zedelijke onmogelijkheid daarvan getoond. Ik heb geen afschrift van mijn brief. Van de hare wilde ik je een kopie toesturen, maar ik vrees dit pakket te groot te maken. Je zorgen om de kleine Louise, en wat ik zowel van anderen als van jullie over haar vriendelijkheid hoor, ontroert me. God alleen kan jullie vergoeden wat ik jullie verschuldigd ben in dat dierbaar | |
[pagina 127]
| |
onderpandje. Maar ik moet afbreken. Groet je man hartelijk van mij, neem me de zichtbare verwarring die je in deze brief aantreffen zult, niet kwalijk en schrijf me toch snel. Het ga je intussen goed, en verwacht binnenkort een andere en vrolijkere (misschien meer amusante) brief, die echter eerst zal wachten op die van jou. - Het ga je goed, nogmaals!-
L-n, 27 september 1796.
p.s. mag ik wel vragen om de bijgesloten brief te adresseren? |
|