Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
Bilderdijk aan zijn vrouw. Hamburg, 3 juli 1795Lieve! Sinds lang heb ik op een schrijven van jou gewacht, en de dagen in voortdurende ongerustheid over jou en de onzen en tevens in het hartstochtelijkst verlangen doorgebracht. Veertien dagen geleden overviel mij een heftige galziekte, waar ik flink door geleden heb. Nu ik voor het eerst weer rechtop zit, schrijf ik deze brief met moeite. Ik twijfel echter niet aan mijn herstel. Jammer genoeg is hier niets te krijgen wat een zieke kan verkwikken. Bijvoorbeeld: men heeft de stad voor mij afgelopen om wat aalbessengelei te vinden, maar zonder resultaat. Goeie beschuit is hier niet. Ik kan wel bouillons, soepen &c. in overvloed krijgen, maar die doen mij geen goed, en alles wat men hier vindt is helemaal zonder specerijen, en je weet dat ik daar niet buiten kan. [...] Ik ben hier zeer bezig met veel van onze Hollanders. Onze Van der DuynGa naar eind74 kwam eergisteren aan mijn bed afscheid nemen omdat hij naar Engeland ging vertrekken. Wij werken hier hard, maar ik ben bang dat wij weinig uitwerken kunnen. De brieven van Zijne Hoogheid zijn echter nogal bemoedigend, evenals die van de prinses van Brunswijk.Ga naar eind75 Ik denk binnen een paar dagen daarheen te gaan. Mogelijk moet ik dan naar Rusland, mogelijk naar Engeland. God weet wat ervan worden moet. Houd intussen moed, mijn dierbare, maar verwacht niets van Pruisen. Niets! Enige tijd geleden schreef je mij dat je me kleren wou opsturen. Waar ik ook heen ga, alles zal toch deze plaats moeten passeren en dus denk ik bij nader inzien dat het het beste is dat je maar hoe eerder hoe liever opstuurt wat je nog kunt opsturen, zolang | |
[pagina 65]
| |
ik nog hier ben of er tenminste nog een vriend is. De beste weg is de koffer in Naarden op de wagen naar Hamburg te zetten, aan mij geadresseerd maar met een envelop aan Dr. Nestler, bij de Michaëliskerk te Hamburg. Maar de koffer moet wel gesloten en stijf ingepakt zijn. Doe er dan ook, als je wilt, enig eenvoudig tafellinnen in. Deze vrachtwagens schudden afgrijselijk en worden onderweg uitgeladen. De koffer moet er dus tegen kunnen en ook moet hij goed vol zijn. Wil je, zo vul hem aan met de volgende boeken, als er ruimte is, te weten 1. De Authores classici van Mannheim; en is er meer plaats, 2. de kleine Franse en Italiaanse boekjes in bruine bandjes met goud, waarvan de meeste boven in de kast tussen de schoorsteen en de ramen gestaan hebben; 3. de Engelse dichters in blauwe bandjes, die boven in de grootste kast op de ontvangkamer stonden. Vooral, probeer een compleet exemplaar van mijn werken daarbij te doen. In de gladhouten secretaire heeft veel daarvan gelegen, maar er moet vooral de prijsverhandeling van de Maatschappij van LetterkundeGa naar eind76 bij, die in de voorste gesloten kast op de ontvangkamer stond, en een exemplaar van al de losse stukjes die bij de pakketten hier en daar verspreid lagen. Wanneer je het opstuurt, schrijf me dat dan tegelijk, of een dag of twee van tevoren per post. À propos. Vergeet niet, om vooral erbij te doen, De Gorter, Formulae medicinales, een bruine band die in de grote kast gestaan heeft in het voorste vak, op de middelste planken. En kan het erbij, de vijf of zes delen van Van Zwieten, In Aphorismos Boerhavii, vier of vijf delen met rode ruggen en de rest in bruin papier. Onze vriend Van der Linden zal ze je wel aanwijzen, ook een octavo Hollandse bijbel. Nu zul je (vrees ik) in de war raken met al dit gehaspel. Wat ik het liefst had zal ik het dikst onderstrepen, en zo verder.Ga naar eind77 Dit zal je tot leidraad dienen bij het inpakken, want waarschijnlijk kan toch niet alles erin. Maar ik moet afbreken. Meld mij toch hoe het loopt, hoe het gaat, en hoe het met de kinderen is. Ik droom alle nachten erg akelig. Ik denk echter, wij worden over korte tijd (God geve 't) herenigd voor een gelukkiger leven. - Vaarwel mijn waarde, hou van mij zoals ik van jou hou. Vaarwel!
Hamburg 3 juli 1795. |
|