Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
[pagina 47]
| |
dervraagd en Bilderdijk heeft toen uitgelegd dat hij talloze pogingen had gedaan om weg te komen. Nu is de passage naar Hamburg opengegaan. Bilderdijk krijgt op 6 mei te horen dat de gemeente besloten heeft dat hij binnen 24 uur de stad moet verlaten.
Lieve, dierbare! Nu schrijf ik je uit Delfzijl, de laatste plaats aan de grenzen van dit land, om overmorgen (als er een schip is) naar Emden te vertrekken, de enige route die voor mij mogelijk is. Daar hoop ik dan kans te zien tot vervolg van mijn plan. Deze weg is sinds drie dagen open en het gemeentebestuur van Groningen heeft dat te baat genomen om mij een resolutie te laten aanzeggen waarin het te kennen geeft ‘dat ik, omdat ik in Holland niet toegelaten word vanwege een rekest waarbij ik me aan de verplichte eed onttrokken heb, en opvattingen liet blijken die mij als een gevaarlijk lid van de maatschappij moesten doen kennen, er goed aan zou doen, nu de passage open was, mijn reis voort te zetten, en dat het het gemeentebestuur aangenaam zou zijn als ik de stad en haar jurisdictie binnen eenmaal 24 uur (zo luidt de resolutie) verliet’.Ga naar eind52 Ik heb geantwoord dat het mijn intentie was dit binnen 24 minuten te doen, wat ik dan ook deed, en ik ben direct hierheen vertrokken. Uit Emden dus nader. Ik logeer hier bij een vriend die mij alle vriendelijkheid bewijst, en ik heb in Groningen ook verschillende vrienden gemaakt. Vooral de professor over wie je me schreef en die een getrouwde zuster te Wageningen heeft, is voor mij buitengewoon nuttig geweest, en een goede, eerlijke en hartelijke vriend van mij geworden. Van de anderen bij gelegenheid, want het is niet goed namen te noemen. Vaarwel mijn waarde, en bemin mij in onze dierbare kinderen! Vaarwel! De morgen breekt aan, wees daar zeker van. Vaarwel en groet degenen die mij waarderen. |
|