Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
Bilderdijk aan zijn vrouw. Groningen, 14 april 1795Bilderdijk krijgt eindelijk een brief van zijn vrouw in handen, die haar zorg uitdrukt: ‘mijn hart lijdt duizend angsten over je!’ Ze tobt met zijn schuldeisers en heeft een advertentie geplaatst in de Nieuwe Nederlandsche (Haagsche) Courant van 10 (en 15) april 1795, waarin iedereen die iets te vorderen heeft van Bilderdijk uitgenodigd wordt daarvan opgave te doen bij de advocaat mr. J. van der Linden. Over de | |
[pagina 31]
| |
paspoortkwestie schrijft ze het volgende in haar weinig verzorgde stijl: ‘men verbant je en men beneemt je de middelen om daaraan te voldoen -dat is men plaatst je voor een gesloten deur en men wil je dwingen daardoor naar buiten te gaan en je dwingeland heeft de sleutel van diezelfde deur in zijn zak’.
Dierbaarste! Je aangename brief heeft mijn hart verkwikt, en ik smeek je geen postdag naar Groningen over te slaan zonder dat je me schrijft. Maak je niet te veel zorgen over mij: nu heb ik het hier best redelijk, goed eten en een goed bed, en ik ben tamelijk gezond; maar ik kan je niet zeggen hoe bezorgd mijn hart over jou is. Blijf toch bij alles opgewekt, en vertrouw op God. Als wij ooit weldadig geweest zijn of ons tot goede daden opgewekt gevoeld hebben, dan heeft Hij ons daarin verzekerd van zijn genade en zorg voor ons. Die zal Hij niet verloren laten gaan. 't Valt hard als je veel gegeven, veel getroost en veel gered hebt, nu in armoe, droefenis en bekommering te verkeren. Maar terecht zegt een Arabisch dichter: ‘Nooit heb je iets vruchteloos gegeven, al heb je het aan de wolven gegeven; en God-zelf is de goede borg van de ondankbare mensen, en rijk genoeg om hun schulden af te betalen.’Ga naar eind22 - Ik heb je advertentie in de krant gezien en ik keur dat helemaal goed en aan te raden. Zorg te innen wat je kunt, en houd verder wat je aan bezit hebt vast: want de tijd van herstel spoedt op arendsvleugels naderbij. - Je opmerkingen over het weigeren van het paspoort zijn juist: maar het hardst daarin is dat ik zo af moet zien van al mijn plannen, en met de beste adressen in mijn zak de weg naar het naderend geluk afgesloten moet zien. Als ik nu ook in Hamburg was, dan zou ik je wel wat geld met een wissel kunnen overmaken, maar nu ben ik aan handen en voeten gebonden, omdat mij hier de hulpmiddelen ontbreken die ik daar wel zou hebben. Schrijf echter als je het nodig hebt, en ik zal van mijn reisgeld nog alles afhalen wat mogelijk is, en vanhier weggaan en in een dorpje waar ik onbekend ben mijn verblijf nemen, om dat te kunnen doen. De professor A.Ga naar eind23 over wie je me schrijft, is een braaf, vroom, oprecht en echt welmenend man, die mij uit zichzelf is komen opzoeken en die mij alle vriendschap en hoogachting betoont; zoals ook veel anderen doen, zowel regeringsleden als geleerden. | |
[pagina 32]
| |
Ja, als jij bij me was en de zaken gered waren, dan zou ik hier met plezier en genoegen zijn: maar hoe kan ik nu ergens vermaak in scheppen, wat men mij ook aanbiedt? In Harderwijk hebben je Wageningse vrienden verschrikkelijk veel moeten verdragen; dit gaat alle verbeelding te boven.Ga naar eind24 Ik heb bij mijn aankomst aan broer en zus Elter geschreven, ze bedankt voor de betoonde liefde, en (zoals ik al omstandig onder vier ogen mondeling gedaan had) jou opnieuw aanbevolen in hun hartelijkheid. Wil je dat ik nog iets zou doen? Groet alle vrienden en bekenden die het verdienen van mij. Schrijf mij eens, als Furnee bij je komt, hoe het met Van de Spiegel en Rhoon staat.Ga naar eind25 Men wil hier van mij de Hollandse berichten horen. Maan ook alle brave mensen tot zwijgzaamheid aan. Wat helpt geschreeuw of een vertoning zonder macht of uitwerking, laat ze maar kalm en bemoedigd zijn. Kijk (bid ik) of er in het witte boekenkastje boven, waarin jij boeken hebt, niet nog een paar exemplaren van de Lycidas en de Geboortegroet aan den E. te vinden zijn, en stuur mij die dan; ook een paar Lijkverzen op Broeder Johannes. Als zij niet in dat kastje zijn, zijn er geen meer. Wil je er ook een paar afdrukken bij doen van het Verjaarsvers op u?Ga naar eind26 't Ligt in de eerste gesloten boekenkast op de zaal, achter de boeken op de middelste plank. Vaarwel mijn dierbare. De brieven aan Ideman, geadresseerd aan de heer Bosch, eerste commies van de posterij te Groningen insluiten! Omhels onze lieve kinderen, en ontvang in deze brief heel mijn naar u hijgend hart! Vaarwel nogmaals! Vaarwel!
14 april 1795. |
|