Bijlage E (bij br. 94: p. 152-3).
Extract uit de Nederl. Courant van Nieuwer Amstel, van Woensdag den 11den February, 1784. N. 18. Betreffende het Pleidooi van den Advocaat Willem Bilderdyk. In de zo veel geruchtsmakende zaak van P. Verbrugge, te Delft, den 31 January 1784.
Myn Heer!
Het voorgevallene alhier op den 31 January 1784, den dag, wanneer de zo veel geruchtmakende zaak van P. Verbrugge, gewezene Predikant te Koedyk, en Schryver van De Post na de Neder Rhyn bepleit wierd, is veel te interessant, dan, dat ik U Ed. het zelve niet zoude mededeelen.
Het Pleidooi 's avonds ten 7 uuren geëindigd zijnde, gingen de Advocaaten Bilderdijk en van Heusden bij den Gedetineerden Verbrugge een Avondsoupé en Gezelschap houden, waarby zyne Zuster en nog eenige anderen genoodigd waren, zo men zegt, de Dogters van zeker Onderschout, en ook die van een Boekverkooper en Boekdrukker; ook zegt men nog dat bij dit Illustre Soupé zijn tegenwoordig geweest de drie Perzoonen, die in 't gepasseerde Jaar te Overschie op den 8 Maart het zodanig geroerd hebben, dat ze op ordre van de Regeering van Delft zijn gedetineerd, en in het Spinhuis dier Stad omtrent 4 weeken gezeten hebben, wanneer dezelve nog met het betaalen eener geldboete zyn los gekomen: Naauwelijks was het gezelschap Compleet, of men zette de koude Bouten op Tafel, met nog het een en ander daar bij nodig. - Daar wierd een rijkelijk glas Wijn gedronken, Verbrugge met zijn Gasten wierden vrolijk, men stiet de Raamen open, en bij het drinken van de gezondheden wierd telkens Vivat Oranje Hoezee! geroepen, en vervolgens allerhande Liedjes gezongen; dit duurde tot laat in den nagt, wanneer 'er eenige na hunne Huizen waren geretireerd, dog de overige door het gebruik der Wijn in slaap gevallen zijnde, bleven aldaar tot 's morgens 7 uuren zitten, wanneer die beide Advocaaten met een Chais naar den Haag zijn getransporteerd. - Ook zegt men, dat de Torenwachter verzogt was om van de vier hoeken des Torens van 't Stadhuis te blaazen, Wilhelmus van Nassauwen.
Op den daar aan volgenden Zondag avond heeft Verbrugge voor het Venster aan de straat een Predikatie gedaan, over Jes. LVI, vs. 10, 11 en 12, 't welk door een meenigte Menschen is aangehoord, dog op dat zulks niet meerder zoude geschieden, heeft de loffelyke Regeering der Stad Delft het Venster met Ketenen en Sloten laaten voorzien. Ook heeft de Advocaat Bilderdyk een Request voor Verbrugge aan den Hove van Holland gepresenteerd, inhoudende een verzoek; dog welk Request is gesteld in handen van de Practicyns van den Heer Hoofd-Officier, om te dienen van Bericht. Hier op hebben die Heeren in hun Ed. Bericht een gantsch Relaas gegeeven van de bovengemelde gevallen, die aldaar dien Avond en Nagt hebben plaats gehad, waar op de Adv. Bilderdyk voor het Hof van Holland ontboden zynde, door den President van 't gemelde Hof eens helder doorgehaald zoude zyn. Wat de uitslag van deeze zaak zal zyn, weet men niet; dog men hoopt, dat indien Verbrugge tegens verwachting voor zyne Cautie van f 3000 Gl. uit zynen Kerker mogt ontslaagen worden, men wel wat naauwkeurig mag toezien, dat de Briefjes uit de Geldzakken geligt worden, indien men niet wilde weeten van welken Heer het Goud komt.
Ik ben als altyd.
P.S. Hebbe U Ed. nog vergeeten te melden, als dat geduurende het Pleidooi, voor en op het Stadhuis hebben gekruist, even of zy de wagt hadden, een Party Zakkedragers, zynde 't zelfde Volkje dat op 8 Maart te... zo overmatig vrolyk is geweest; zeker om, indien hunne Presentie daar nodig was, den baas te speelen. - Dog alles is voor 't overige in stilte afgeloopen.