290. Bilderdijk aan P.J. Uylenbroek, 3 Mei 1793.
Hs. niet meer aanwezig. Gedrukt in Brieven, uitgegeven door Messchert, I, 191-192.
p. 191: |
[en huwlijk!] in het begin van '93 was U. hertrouwd, met Corn. Maria Janszen, overl. 31 Dec. 1801. Prof. P.J.U., van wien Messchert de door hem gedeeltelijk gepubliceerde brieven ter inzage heeft gehad, was een zoon uit dit huwelijk. Vgl. M.-I, 179. - ['t [ezonden treurspel] Wat Tyler. Treurspel. 1793. - [dichtstuk op Kropff] Aan Nederland. Ter gedachtenis van den dapperen Hopman Kropff, na eene hardnekkige verdediging van de vesting De Klundert in den uittocht gesneuveld. 's-Hage bij J.F. Jacob de Agé 1793, 2e dr. id. 1793 Knuttel 22247, zonder naam van dichter. DW. VIII 411-416. - [Vert. van Salomo] vgl. M.-I, 170, 174, 178. - [versen van mij bij elkander te drukken] hieraan is geen gevolg gegeven. |
p. 192: |
[Ada] DW. I, 73-76. (gedat. 1790). Vgl. br. 286 ann. - [Hoffham] vgl. br. 243. Hij leverde tot zijn dood (1799) geregeld bijdragen voor de Kleine Dichterl. Hss.; in de Schak. 1-12 in totaal 33 gedichten. Hij wordt geprezen in N. Alg. Vad. Letteroef. IV, 1, 512. - In het hier vermelde stukje is de eerste voorgestelde verbetering aangebracht; de andere niet. De correctie op U.'s stukje is ook niet overgenomen. - [wiens compliment] blijkbaar in U.'s brief overgebracht; vgl. ook br. 298: M.-I, 193. |