Briefwisseling. Deel 1. 1772-1794

230. J. le Francq van Berkhey aan Bilderdijk, ± 21 Juni 1785.

Hs. Mij. Ltk. cod. 1617. Ongedateerd.

Waarde Vriend,

Veel geluk zie daar een stukje voor uw trouwdag wel spade maar ik hoop welkom. die spade komt komt ook. ik heb geen tijd tot overschrijven. Zoo UW. 't goed vind wilde het doen drukken in dit geval verzoek maar bij R. Snik¹⁾ die zet uitmuntend op²⁾ mijn schrift. Excuseerd het brod, ik betuyge bij Apol dat ik nooit meer moeite aan een vers gehad heb als aan dit 10 dagen agter den ander dan dit dan dat veranderd. Ik wagt er een Lettertje antwoord op en wat suiker³⁾ voor me dogtertje anders durf ik je niet afwagte. nu ik heb haast gedenk dat ik volstrekt geen Copy heb en dat dus het Enig is. alles is snipperde snipper. Vaar wel in haast. groet je vrouwtje en soen ze rijs op mijn dichtjes.

vaar wel

de schuit vaart weg

T.T.

J lfv Berkhey⁴⁾

1) De bejaarde Haagse drukker Joh. Rogatsnik, een vurig Oranjeklant, die ook een deel van Verbrugge's Post naar den Neder-Rhijn heeft gedrukt (Sautijn Kluit, Ndl. Spect. 1876, 231). Hij was ook de drukker van de Ouderw. Ndl. Patriot (1781-'82) van Van Goens, van het Dankadres aan prins van Oranje (pamfl. cat. Knuttel 20073, vgl. m. 20625) en van de Lanterne Magique, een zeer populaire reeks van orangistische pamfletjes (zie Van Doorninck, Vermomde en Naaml. Schrijvers II, 333). Dit blijkt alles uit het onuitgeg. ged. van de corresp. van R.M. van Goens van 1782 en 1783. Hij werd in '83 gestraft met boete van f 3000, - en tijdelijke sluiting van zijn zaak: Knuttel 20455 en N. Ndl. Jaarb. 1783, 1117. (Inl. van Prof. Wille).

2) d.i. naar. Dus drukt R. wel vaker stukjes van hem. Hij schijnt dus ook in 1785 nog werkzaam in Orangistischen geest.

3) d.i. bruidssuikers; die de bruiden, althans in de Holl. dorpen, tot einde 19e eeuw royaal plachten rond te delen, en ook dan nòg wel ‘suiker’ te noemen.

4) De handtekening is zeer onduidelijk. Er lijkt te staan: J.W. Bekker of Bikker. Als geschreven door J.W. Bikker is deze brief dan ook ingeschreven bij Mij. Ltk. Men kàn er echter ook J lfv Berkhey uit lezen. De passus over het dochtertje in den volgenden brief wijst ook sterk in die richting. Stellig is dit briefje ten geleide gevoegd bij den zeer omvangrijken (‘uitgerekten’), schertsenden trippelzang, dien Le Francq van Berkhey aan Bilderdijk, ter gelegenheid van diens huwelijk, toezond (vgl. ann. voorg. br.). Afdoende bleek de vergelijking van het handschrift met een autograaph uit de grote collectie-Berkhey welke berust in het gemeentearchief te Leiden.