208. Bilderdijk aan Cath. Reb. Woesthoven, 30 Jan. 1785.
Hs. U.B. Amsterdam; B. 12h. Gedrukt: Eerste Huwelijk 132-134.
Collatie: P. 133, r. 3 v.b. haat, lees: hart. P. 134, r. 1 v.b. gevonden, lees: gehouden. R. 9 v.o. achter uren: melieve, reeds de halve uren.
|
|
Annotatie: |
p. 133: |
[het bedorven hart van den booswicht] De Mikker. Vgl. Briefw.-Tydeman II, 84. Dat daar De Mikker bedoeld is, heeft J. Hovy aangetoond; zie S.W.F. Margadant: Een proces van Mevr. B.-W. over een valsch codicil, 1796-1797, in 27-28e Jaarversl. Bild. Mus. (A'd. 1937). Hovy vermoedde terecht dat ook in dezen br. (en den voorg.) De Mikker is bedoeld. Margadants bezwaar, dat ‘de onwaardige’ in 1785 geen kinderen had, blijkt fictief te zijn. - [Sints meer dan een half jaar werk ik steeds om mij van hem te ontslaan] C.R. is sedert een half jaar en veertien dagen bij de De Mikkers weg; vgl. p. 174 b. Maar hij bleef in dienst van B. - [obligatie van f 100 tot een geschenk aan zijn kinderen] op Nieuwjaar 1785 had De Mikker twee kinderen: een zoon, geb. Sept. '81 en overl. 11 Jan. '85 en een dochter, geb. Mrt '84. Zie Mengelpoëzije ('s-Grh. 1789), 31, 99, 170, en p. 199 m. |
p. 134: |
[onder mijn oog zou hij braaf kunnen zijn,... character zoo zwak als het zijne...] vgl. Gesch. d. Vad. XII, 68-69 bij verhaal over den aanslag van Mourand, een jaar later (Mrt. '86): ‘jong mensch vol ijver, maar met weinig vastheid van karakter... (dien) ik veel als Notaris en Copiist gebruikt had’. Dat B. daarmede op De Mikker doelde, blijkt uit stukken in het Kon. Huisarchief: wij vinden hem ook daar in onmiddellijk contact met Hess, bij een door hen beiden georganiseerde, den Prins overigens niet welgevallige, request-beweging |