83. Bilderdijk aan Mr Rhijnvis Feith, 21 Oct. 1782.
Hs. Familiearchief-Feith. Gedrukt: Ts. Ndl. Taal- en Ltk. 1905, 93-95.
p. 93 o.: |
[nuttig] vgl. br. 37 (Messch. I, 76 en 77 met noot) en br. 72 (aan F.: t.a.p. 89 o.) - [Theses] Specimen academicum inaugurale exhibens Theses aliquot selectas, ex diversis juris capitibus depromtas. Lugd. Bat. ap. C. ab Hoogeveen Jun. 1782. - De Kon. Ak. bezit een ex. met eigenhandige aantn. (geschreven in afkortingen als vermeld in Messch. II, 10), ms. van het voorbericht en van de later afz. uitgegeven toespraak na de promotie (vgl. Da Costa, Overzicht Leven en Werken enz., 12). - Achter de Theses gedrukt een groot vers van Bussingh. [his enim temporibus etc.] Epist. ad Fam. I, 10. - [de 15de, 16de, de 17e thesis, de 30e, 39e, 41e, 44e etc.... de 46e] XV. Interpretatione Logica in communem perniciem abutuntur, qvi in explicandis federum tabulis, ubi nulla verbis subest ambiguitas, id urgent qvod Galli vocant l'Esprit des Traités. (Diegenen misbruiken de logische interpretatie tot algemeen verderf, die bij de verklaring van de teksten der verdragen, daar waar geen dubbelzinnigheid onder de woorden schuilt, op datgene den nadruk leggen, wat de Fransen noemen l'Esprit des Traités.) - XVI. Excrescens vicinorum potestas justam belli causam non praebet. Attamen cum iis non facimus, qvi majores nostros ob tuitam bilancem Europae (qvam vocant Politici) inculpant. Qvin imo, & juste & pie atqve prudenter ei conservandae ipsos incubuisse, defendimus. (De groeiende macht der buurstaten biedt geen wettigen grond voor oorlog. Maar toch houden wij het niet met hen, die onze voorouders beschuldigen wegens het handhaven van het evenwicht van Europa (zooals de politici dit noemen). Ja. zelfs houden wij staande, dat zij zich zoowel rechtvaardig als ook plichtsgetrouw en met wijze |
| |
|
voorzorg op de handhaving daarvan hebben toegelegd.) - XVII. Vani atqve leves sunt isti homines, atqve rempublicam apertissimis periculis objiciunt, qvi absqve genuina Juris Publici scientia, aut ad gubernacula regiminis accedere, aut gubernantibus consilia sua obtrudere audent. (Onbetrouwbaar en lichtzinnig zijn die menschen, en zij stellen den staat aan de baarblijkelijkste gevaren bloot, die zonder echte kennis van het staatsrecht zich verstouten om òf zich aan het roer van het bewind te plaatsen, òf aan de bestuurders hun adviezen op te dringen.) - XXX. Divino suo ministerio abutuntur atqve in rempublicam peccant sacrorum Oraculorum interpretes, dum e suggestu sacro administrationem imperii carpere, magistratusve audacibus super ejus exercitione suffragiis, suae qvasi censurae subjicere satagunt. (Hun goddelijken dienst misbruiken, en jegens den staat misgaan zich de vertolkers der heilige Godsspraken, wanneer zij er op uit zijn om uit hun heilig gestoelte het bestuur van het rijk te hekelen, of de magistraten door vermetele oordeelen over de uitoefening daarvan a.h.w. aan hun censuur te onderwerpen.) - XXXIX. C. Julius injuste atqve ignobilem in modum interfectus est. (Gajus Julius (Caesar) is onrechtvaardig en op onedele wijze gedood.) - XLI. Florentii V, Comitis Hollandiae, injusta caedes fuit. (Het doden van Floris V, graaf van Holland, is tegen alle recht gebeurd. Vgl. DW. VIII, 400.) - XLIV. Socios Trajectinos qvamvis indubium sit communis imperii vinculo inter sese non contineri, ignoscendum est tamen errori eorum, qvi primis turbidisqve reipublicae temporibus Ordinibus Generalibus jus quoddam imperii tribuerunt. (Hoewel het buiten twijfel is, dat de door de Unie van Utrecht verbondenen niet door een band van gemeenschappelijk oppergezag onderling bijeengehouden werden, moet toch de dwaling van hen vergefelijk geacht worden, die in de eerste en woelige tijden van den staat aan de Staten Generaal eenig recht van
oppergezag hebben toegekend.) - XLVI. Optimum Libertatis Civicae praesidium in republica nostra consistit in Capite Eminenti. (De beste bescherming van de burgerlijke vrijheid is in onzen staat gelegen in het Eminente Hoofd.) |
p. 94 b.: |
[Bussingh ... paranymph] vgl. p. 110 b. - [Dr. van Meurs] vgl. pp. 129 m. en 143. De door Koll. I, 142 vermelde ‘onderschepte Briev’ (van 18 Jan. '83) is kennelijk gefingeerd. Allerlei patriottische pamfletten verschenen in dezen vorm, of gaven dergelijke brieven in het licht. Zo in het libel Justificatie van Willem de Vde enz. (Knuttel 20485) vóórin een brief van Bilderdijk aan Meurke, van 19 Jan. '83. Ook is er een pamflet in den vorm van een gefingeerden Brief van Kumpel aan een voornaam Heer in R'dam, waarin Bilderdijk en Van Meurs in één adem worden genoemd met Prof. A. Kluit en Elie Luzac Pamfl. verz.-Gem. arch. Kampen, Band 60). - [(quod mireris)] d.i.: waarover gij u kunt verwonderen. |
p. 94 m.: |
[de conditie] den dronk (gewijd aan iemands goede conditie): Wb. Ndl. Taal III, 2, 2108. - [autoriteit] vgl. Kumpels getuigenis aangaande zijn vroegeren academievriend, in de ms.-karakterschets, Bild.-Mus.; hij had ‘iets toongevends, immer bedekt onder den sluyer van zachtzinnigheid, zoodat niemand zich er door beleedigd achtte’. - ['t bewuste Handschrift] n.h. sch. is hier sprake van aankoop van een oud handschrift, door bemiddeling van Feith. - [Ik leef enz.] vgl. p. 141. |
p. 94. o: |
[cartels] briefjes, die een uitnodiging tot een duël inhouden. |
p. 95 b.: |
[Constitutie] staatsregeling. |
|
|