Briefwisseling. Deel 1. 1772-1794
(1955)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermd77. Bilderdijk aan P.J. Uylenbroek, 19 April 1782.Hs. Bilderdijk-Museum. Alleen het Naschrift gedrukt in Brieven, uitg. Messchert, I, 150 (op verkeerde plaats: tussen Oct. en Dec. 1786).
Veelgeliefde Vriend! Zie hier uw gezonden Lijstje weeromGa naar voetnoot1): het slot van mijne herhaalde informatien is geweest dat tot completeering van 't zelve niets (volstrekt niets) te krijgen is, dan alleen de MengelzangenGa naar voetnoot2), op 't gedrukte blaadtjeGa naar voetnoot3), hier bij gaande, 't laatst van allen gemeld. - Doch dezen heb ik buiten uw bepaalde verklaring niet willen nemen, om dat zij altoos te krijgen zijn, en daarbij, om dat men ze (geen Lid van 't Genootschap zijnde) nooit compleet kan houden, vermits er van tijd tot tijd nieuwe blaadtjes bij komen, welke de af- | |
[pagina 137]
| |
wezige leden zelf niet altoos regelmatig gezonden worden uit hoofde van 't bezwaren der vrachten, dikwijls te veel geoordeeld voor ¼ vel, en dus onvolkomen verspreid blijven, zoo men niet 's jaarlijks vergelijkt. De ontfangen LijkvaerzenGa naar voetnoot4) heb ik doen bezorgen; doch tot heden geen andwoord: gelief voor de presentexemplaren de dichters uit mijnen naam te bedanken. - Mag ik u belasten met de inliggende lijst der Nederlandsche genootschappen, aan onzen RuloffsGa naar voetnoot5) ter hand te stellen, en verschoning voor mijn slofheid, die mij dus lang heeft doen verzuimen, te vragen. Gelief ook den bijgaanden brief adres te vergunnen. - Ik ga niet voorwaart met mijn gezondheid, misschien te rug; hoe 't zij, ik ben (dit is zeker) de uwe van harte Bilderdijk Leyden den 19n April 1782. In haast. |
|