72. Bilderdijk aan Mr Rhijnvis Feith, 27 Jan. 1782.
Hs. Familiearchief-Feith. Gedrukt: Ts. Ndl. Taal- en Ltk. 1905, 89-91.
p. 89 m.: |
[mijn vuur uitgeblaakt] derg. uitingen in de brn. 48 (p. 108 o.), 53 (p. 115 b.) 55 (aan F.: t.a.p. 75 b), 74 (Messch. I, 119), 91 (id., 219). |
p. 89 o.: |
[Grammatica tot mijn uitspanning] vgl. p. 129 b. - [niet... nutteloos] vgl. br. 37 (M. I, 76, 77en.). - [publice... privatim... Theses] vgl. p. 132 m. - [Prof. Hahn) Johan David Hahn (1729-1784), sedert 1775 hoogleraar te Leiden, eerder te Utrecht. Doceerde pract. geneeskunde en scheikunde. |
p. 90 b.: |
[Valk] Jan Kornelis Valk, pred. der Remonstranten te Leiden; lid Mij. Ltk. Hij was hon. lid van het Leidse Gen. geweest (Naaml.). - [Jonisch oog] vgl. Meng. en Fragm. 183. Wildeman's spottende interpretatie (Gedenkboek Mr. Willem B., 1906, 25 en 47 n. 7) mist elken grond. - [Schijtisch] Scythisch: de Scythen door B. vaak tgr. de Grieken gesteld, als de ergste barbaren, zie Bogaers voor pln. - [Prof. Valckenaer] Mr. Johan V. (1759-1821) was, na in '81 zowel privatim als publice gepromoveerd te zijn, op twee verschillende dissertaties, nog even als advocaat ingeschreven geweest te Leiden maar in Nov. benoemd tot Professor in 't Romeinse Recht te Franeker. Door ziekte aanvankelijk verhinderd, vertrok hij pas 30 Dec. Zie B.'s Reisgroet bij het uitgeleide: DW. X, 238. Uit de nog voorhanden correspondentie met zijn enige zuster Hansje (Johanna Suzanna), de verloofde van haar neef Etienne Luzac, blijkt dezelfde hartelijke omgang met B.: ‘Doet hem (mijnen lieven B.) uit liefde voor mij wat plijzier, en tracht hem wat te dissipeeren. O! dat gij zijn deugden, en zijn character zo wel kende als (ik)!’, 11/12-1-'82 (Sillem, Leven van Valckenaer I, 6 vv.; fam. arch.-Siegenbeek van Heukelom, Leiden). Zie ook br. 76, aan F.: t.a.p. 92 b. en Bijlage C. |
p. 90 m.: |
[Bussingh] zie p. 110 b. - [te gelukkig] Zie Bijlage D en vgl. den Bruiloftszang (1783) voor Bussingh en Helena Hoek: DW. X, 262-273: ‘daar Godgewijde banden den Echtknoop leggen om uw handen, die lang uw zielen hield verknocht’ (267/8, wij curs.). Het eigen hart van B. ‘gevoelt, van 't fijnst gevoel doortrokken, Al wat het zelf ontbeert, in al wat gij geniet’ (264, r. 3, 4 v.b.; id.). Ook Valckenaer was minder gelukkig dan Bussingh: tot Mei '83 zijn er in de brn. aan zijn zuster geregeld uitingen over onbeantwoorde liefde (zie Bijlage C). - [Lannoy... prijs in de Hage] vgl. p. 129 b. - [stem (van) een der Bestuurderen] Van Limburg, zie slot van dezen br. en vgl. Höweler, a.w. 147. - [uw verhandeling] over het Heldendicht. Vgl. p. 129 o. - [Vinkeles... proef van het plaatje] vgl. brn. 64 en 76, aan F.: t.a.p. 77 m., 91 o. Bedoeld is het plaatje van de begraafplaats van Mevrouw Klopstock, tgr. p. 39 van de Verhandeling: ‘Bilderdijk delineavit. H. Vinkeles sculp.’. (Vgl. Ten Bruggencate, a.w. 202 n. 2). |
p. 90 o.: |
[brief... te rug] vgl. br. 52 n. 20. - [Dobbrauski] vgl. over hem p. 63 b. In het rechterl. arch. te A'dam berust een verklaring van Christiaan Paulus Meijer, koopman aldaar, dat zijn kantoorbediende Ferdinand Dobbrauski, gewoond hebbende op het Rokin ten huize van Pieter Willem Saguis, op 15 Jan. 1782 is weggegaan zonder orde op zaken gesteld te hebben. Suppliant verzocht een sequester om de nagelaten goederen in bewaring te nemen. Op 27 Jan. deelt deze mede dat bij de goederen gevonden zijn 3 paarden en een fargon, gestald op het Haarlemmerplein bij den stalhouder Schijff. Deze zijn in het belang van crediteuren verkocht. Zie voorts br. 74 (M. I, 119 o). |
|
|