68. Bilderdijk aan Mr Rhijnvis Feith, 18 Nov. 1781.
Hs. Familiearchief-Feith. Gedrukt: Ts. Ndl. Taal- en Ltk. 1905, 85-86.
p. 85 m.: |
[Oden van Klopstock] zie brn. 49 en 50, aan F.: t.a.p. 67 o. en 69 o. - [Selschop] idem. - [aan den wartel zal raken] aant. van Prof. Kalff uit te breiden als volgt: betekent wrsch. warrigheid, draaiing, warreling, zie vooral de vbn. bij De Jager. |
p. 85 o.: |
[Pestel] F.W. Pestel (1724-1805), rechtsgeleerde van groten naam, van Duitse afkomst. Hoogleraar te Leiden 1763-1795, vnl. in Natuur- en Staatsrecht. In 1795 geremoveerd. In 1802 teruggeroepen. In 1809 door Bilderdijk herdacht in een gedachtenisrede Pestel (Nw. Biogr. Wb. III). Vgl. Br.-Tyd. I, 53, geciteerd in ann. voorg. br. (p. 129 m.). |
p. 86 b.: |
[Groeneveld] zie pp. 110 o. en 129 o.: Feith heeft, vernemend van het plan van Gr., zelf van de vertaling afgezien. Gr. moet hem iets van het begonnen werk hebben laten zien, en hij heeft het weer aan B. getoond. - [fraai] d.i. op schik, gelukkig, rijk (vgl. ons ironische ‘mooi’). - [Anton] Antonides van der Goes. De eerste sterke indrukken van echte poëzie kreeg B. (afgezien |