Briefwisseling. Deel 1. 1772-1794
(1955)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermd44. Bilderdijk aan Ds P. van den Bosch, 13 Juli 1780.Hs. Mij. Ltk. cod. 1002. Laatste pag. gereproduceerd in Dr Jan ten Brink's Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde (1897), tgo. p. 578.
WelEerwaarde zeer geleerde Heer!Ga naar voetnoot1) Met het uiterst vermaak, en niet zonder verwondering ontfang ik 't bericht van mijne prijsbehaling bij de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.Ga naar voetnoot2) - Ik heb de eer, WelEerw. Heer, U welmeenend dank te zeggen, zo voor de gulhartige gelukwensching Uwer WelE. en 't vriendelijk deel, 't welk Dezelve in mijn geluk gelieft te nemen, als voor de meêdeeling-zelve van dit onverhoopte nieuws. Want dus noem ik 't met recht, daar ik, mijne VerhandelingGa naar voetnoot3) als niet volledig genoeg beschouwende, bij gebrek van tijd genoodzaakt geweest ben, haar, voor er de laatste hand aan gelegd te hebben, onder de oogen mijner Kunstrechteren te brengen. - Dan, zij heeft het geluk gehad in de hoogste aanmer- | |
[pagina 101]
| |
king te komen, en ik ben zelfs, door het lot, voor mijnen MededingerGa naar voetnoot4) begunstigd! Hoe gaarne wenschte ik deze voorkeur van 't lot, eeniger mate, te rechtvaardigen! - Hier toe, WelEerwaarde Heer, verzoek ik de vergunning der Heeren Bestuurders. Ik heb na de afzending van mijn werk verscheiden stukken, tot dit onderwerp behorende, naauwkeuriger uitgewerkt; waar van men, indien men 't des waardig keurde, in den Druk der Verhandeling, bij wijze van toegevoegde Bijlagen, gebruik konde maken; en hoop dezelven, zo dra mijne bezigheden 't mij toelaten, aan Uw WelEerw. over te maken, ten einde haar der Maatschappij te kunnen aanbieden.Ga naar voetnoot5) - Intusschen mij in de Hooggeschatte goedwilligheid Uwer WelEerw. en verderer Heeren Bestuurders, aanbevelende, heb ik de eer mij, met alle hoogachting te teekenen, WelEerwaarde zeer geleerde Heer, Uwer WelE. z. Gel. Onderdanige Dienaar, Willem Bilderdijk. Amstrdm. in haast, den 13n van Hooimd 1780. |
|