36. Bilderdijk aan Jvr. de Lannoy, ongedateerd; verzonden 30 Maart 1780, tegelijk met no. 37.
Klad Mij. Ltk. cod. 1607. Gedrukt in Brieven, uitg. Messchert, I, 71-73.
Collatie: |
p. 71, r. 1 v.o. eerste, lees: eersten. - P. 73 r. 3 v.b. achter mij, weer doorgeschrapt, de woorden: schoon ik de versificatie wel wat meer gekuischt wenschte. |
|
Annotatie: |
p. 71: |
[uw vereerende aanmerkingen] vgl. pp. 66, 67, 76; onder. |
p. 72: |
[Een bijschriftje op het Afbeeldsel Uwer HWG.] gedrukt Nagel. DW. 92; het roemt haar als tiende zanggodin, en gewaagt van het roemrijkst handen-klappen te harer eer in den Schouwburg. - [ander stukje] zie p. 82 b. |
p. 73: |
[het mijne] zie br. 25 (Messch. I, 55). |