22. Bilderdijk aan Mr. Daniel van Alphen, Dec. 1779.
Afschrift Mij. Ltk. cod. 1607. Gedrukt in Brieven, uitg. Messchert, I, 8-19.
Over Mr. Dan. van Alphen, zie p. 41 b. |
p. 8: |
[den wijzen raad] om met den Hr. Fontein te gaan spreken over het vertalen van de andere werken van Sofocles. |
p. 9: |
[den Hr. Fontein] vgl. p. 41 m en Messch. I, 3. - [dien geleerden man] vgl. het oordeel van Jer. de Vries: ‘dien grooten theorist, vraagbaak en wetgever’ (Messchert II, p. xvi). - [Algemeene Bibliotheek] Alg. Bibl., vervattende naauwkeurige en onpartijdige berigten van de voornaamste werken, in de geleerde waereld alom van tijd tot tijd uitkomende. Amst. 1777-1786, 5 dln. Het ‘verslag’ van B.'s Edipus in het pas in 1782 volledig geworden IIIe deel, 145-146. De eerste afl., waarin die bespreking voorkomt, is verschenen in 1779. |
p. 10: |
[Prof. Wyttenbach] Daniël Wyttenbach, de toen juist opgetreden Hoogleraar in de Wijsbegeerte aan de ‘Illustre Schoole’ te Amsterdam. Vóór dien (1771-1779) hoogl. aan het Remonstr. Sem. aldaar. Van 1799 tot 1817 te Leiden († 1820). - [de berisping... der Alg. Bibl.] daarover uitvoerig br. 33 (p. 81 v.). |
p. 15: |
[(1)] aanv.: In 1789, bij P.J. Uylenbroek te Amsterdam. - [Hr. van Winter] zie p. 41 b. - [Dichteresse v.d. Germanicus] Lucretia Wilhelmina Van Winter-Van Merken. Id. - [quid ferre recusent, quid valeant humeri] Horatius, De Arte Poëtica (Ep. II, 3), vs. 39/40. |
p. 16: |
[de Wijsgeerte, ...welker verknochtheid met de Dichtkunde]. B. had van '77-'79 gewerkt aan zijn Prijsverhandeling voor de Mij. Ltk. over dat onderwerp. |
p. 17: |
[midden in 't ongeval] Nov. '78 had hij zijn griffierschap neergelegd. Finantiële moeilijkheden waren daaraan niet vreemd. (Meded. van dhr. H.A. Höweler.) Te Leiden verscheen destijds De Poëtische Snapper, onder de Zinspreuk Vrank en Vrij, een vuilaardig libel tegen Le Francq van Berkhey c.s. Is misschien met Daniël Punctueel, de ‘Secretaris van de Maatschappij der Snappers’, Van A. bedoeld? Eveneens met ‘De Hoog Edel Heer van Zwindelhandel, door infame lasteraars genaamt Daniël in de Actie Kuil’? (Coll. Le Fr. v. B. no. 10, p. 26, 92 en passim). - [Boekverkooper] vgl. Messch. I, p. 4, en 18 met noot. - [Curtius] M.C. Curtius, Hoogleraar te Marpurg, gaf in 1753 de eerste Duitse vert. van Aristoteles' Poët. - [Dacier] vgl. p. 43 m. |
p. 18: |
[(1)] aanv.: Het werkje verscheen onder den titel: Aristoteles Verhandeling over de Dichtkunst; uit het oorspronglijk Grieksch in het Nederduitsch vertaald. Waaragter gevoegd zijn eenige Verhandelingen over de Dichtkunst en het Tooneel der Ouden, door M.C. Curtius, Hoogleeraar en Raad te Marpurg. De Voorreden vermeldt dat prof. W. de vertaling ‘tegen de grondtext vergeleken’ heeft. De bijgevoegde verhandelingen betreffen: Het Weezen en het Waare Begrip der Dichtkunde; De Persoonen en Handelingen van een Heldendicht; Het Oogmerk des Treurspels; De Persoonen en Voorwerpen van het Blijspel; De Waarschijnelijkheid; Het Tooneel der Ouden. - ‘Het werk van Aristoteles (is) door een andere hand als dat van Curtius vertaald.’ Dit verklaart het spellingverschil. |
|
|