Briefwisseling. Deel 1. 1772-1794
(1955)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermd14. Bilderdijk aan Mej. de Wed. Pelgrom de Bie te Utrecht, 10 Juni 1779.Hs. bij G.J. Bervoets te Arnhem. Afschrift Bild.-Mus.
Mejuffrouw, veelgeachte Tante, Ongetwijfeld zal UEGa naar voetnoot1) bij den ontfang dezes briefs zich verbeelden, dat hij volgens afspraak slechts dient om den juisten dag van Moeders overkomst te bepalen, en niet gelooven, dat hij tot het tegengestelde einde is ingericht. Dit echter heeft plaats, en ik ben belast met de commissie van UE daar van te verwittigen. Het onvoorzien vertrek van de eene meid, eenige heuppijn die Moeder overvallen heeft, doch thands weer aanmerkelijk beter is, en boven al de aanstaande komst van den Hr VasterGa naar voetnoot2), die binnen kort hier | |
[pagina 40]
| |
verwagt wordt, verplichten haar van 't gevormde ontwerp af te zien, of immers de uitvoering tot de maand van Augustus uit te stellen. Wat GrootmoederGa naar voetnoot3) betreffe, 't is haar tot nog te koud om te reizen, ook is zij zo stram, dat ze zich naauwlijks verroeren kan; doch haar wil is goed. Tante PelgromGa naar voetnoot4) blijft sukkelen en is in groot gevaar: nu zegt men eens, dat zij alles te boven is, en dan weêr, dat haar toestand hopeloos is. 't Is haar Doctor, die altoos zulke variable decisien geeft. Nicht Van der StoopGa naar voetnoot5) herstelt langzaam; maar het kraamkindje is zwaar met stuipjes gekweld, het geen 't zeer doet vermageren: 't kan echter zich nog wel ten beste schikken. Ontfang de complimenten der gen. Vrienden, met de onzen; verschoon het slechte schrift dezes om de haast, en vergeef, dat we uwe arrangementen gedeconcerteerd hebben. In dien tusschentijd welke UE tot moeders en grootmoeders receptie gesteldt hadt, moest UE met mijn NichtGa naar voetnoot6) herwaart overkomen: Ai! neem het nog in bedenken. Ik heb van Rooien gevraagd naar het schip van zijn' neef, etc., doch hij wist mij daar nog niets van te zeggen: misschien zal hij UE, bij 't overhandigen dezes, mondeling bericht kunnen geven; zo niet, beveel slechts dat ik mij nader informere. Offereer mijn respects aan Mejuffrouw uwe lieve DochterGa naar voetnoot7), en accepteer mijne oprechte betuigingen van de hoogachting, en hartelijke affectie, waar mede ik de eer heb mij te onderschrijven, Mejuffrouw, veelgeliefde Tante, U E D.V. en G. Dienaar Bilderdijk. Amsterdam den 10 Junij 1779. |
|