De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14

[p. 402]

Kennis.^*

Wat, ô Wijsgeer, zijn de lessen, die gy aan de wareld geeft? -
Proeven van uw geestvermogen, schoon ge er zelf zoo schaars naar leeft.
Welk om zijn ze ons; maar Verblinde, zoo gy meent dat dit volstaat!
Leer ook lust en krachten scheppen, deugdemin en ondeugdhaat.
Ach! geen deugd ligt in 't beschouwen zonder vatbaar heid van 't hart;
Dit weêrstaat het best betoogen, en houdt zelf bedwang voor smart.
't Hartverandren is geen poging die u ooit gelukken mag:
Roemrijk zij uw zielsbedoelen; 't brengt geen Blindheid tot den dag.
Licht de schellen des vooroordeels van heur oogen; ja, zy ziet,
Maar, of 't licht haar moog doordringen, zien de ziet zy echter niet:
Grijpen zal zy naar 't afstandig, en zich stooten aan 't naby.
Zien is meer dan lichtverkrijgen, 't eischt de ervaring aan heur zij'.

1829.

* Nasprokkeling, 114.