De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij's Menschen eigendom op aard.Ga naar voetnoot*De Turksche Dichter baki. Naauwlijks 't nietig zonnestofjen, opgetrokken van heur gloed,
't Vezelstofjen dat ze in 't schijnsel van heur lichtstraal hupplen doet,
Onding, in de lucht bewogen,
Naauw bemerkbaar aan onze oogen;
Ja, geen drup die ons 't verhemelte in zijn dorst verkwiklijk laaft;
Is ons eigendom aan de aarde.
Waar dan, stervling, is uw waarde
Daar ge steeds zoo stout op draaft?
Neen, word wijs, herken u-zelven,
IJdel menschelijk geslacht,
| |
[pagina 357]
| |
Dat uw voedsel, bloed en kracht,
Uit haar moederschoot moet delven!
Stof zijt ge, en haar eigendom:
Haast neemt zy 't u slechts geleende
Toen zich ziel aan slijk vereende,
Wederom.
|
|