De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 330]
| |
Braafheid.Ga naar voetnoot*Daar is niemand die goed doet, ook niet één. Hy denkt wat vrij, dat 's waar; maar braver aan te toonen
Is buiten mooglijkheid, zegt ieder die hem kent.
Goedwillig, steeds gereed om dienst met dienst te lonen,
Zijn eerlijkheid en deugd hem diep in 't hart geprent.
Ja 't is een voorbeeld als er weinig zijn te vinden;
Al ware 't om een speld, hy deed geen mensch te kort.
Voor my, ik ben sints lang van zijn byzondre vrinden;
Maar Godsdienst kent hy niet, en dit is 't waar 't hem schort.
Genoeg, mijn vriend, genoeg! Ik vorder geen bewijzen,
Hy is een eerlijk man, 'k geloof het geen gy zegt:
Ja, 'k hoor zijn reedlijkheid van alle kanten prijzen,
En doe met u en elk aan zijn verdienste recht.
Maar, braaf en deug dzaam zijn! Verklaar me eens op wat gronden? -
Geen deugd dan Christendom, indien ge 't hart doorziet!
Waar buiten 't waar geloof, wat deugd heet, wordt gevonden,
't Is half Voorzichtigheid, half Trotschheid, anders niet.
1827.
|
|