De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 302]
| |
Berusting.Ga naar voetnoot*Ne curiosus quaere eausas omnium,
Quaecunque libris vis prophetarum indidit
Afflata coelo, plcna veraci Deo;
Nee operta sacri supparo silentii
Irrumpere aude, sed pudenter praeteri.
Nescire velle quae magister optimus
Docere non vult, erudita inscitia est.
Jos. Scaliger.
Vermoei uw hersens niet om alles door te zien
Wat Gods profetisch woord in beelden heeft omwonden:
De ontwikk'ling van 't geheim zal op zijn tijd geschiên,
En is, als de uitkomst-zelv, aan 't vaste perk verbonden.
Geen nieuwsgier oog dring' door in 't geen Zijn raad omhult;
Onfeilbaar wordt die raad (genoege ons dit!) vervuld;
Het morgenlicht zal haast door 't neevlig nachtfloers breken,
Hiervan strekt elke dag ten onbedrieglijk teeken.
Verwachten is de plicht, in onderworpenheid,
En zalig die niet vorscht, maar waakzaam, slechts verbeidt!
1827.
|
|