De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 277]
| |
De taalkennis.Ga naar voetnoot*Laat Apen grijnzen, Honden bassen,
En grimmig Uilgebroedsel krassen,
'k Beklaag den wandlaar wien 't gekrijsch
Verbijstert; maar hy stopp' zijne ooren,
Een ieder schreeuwt toch op zijn wijs!
Of lust hem, zottenklap te hooren,
Hy stell' dien op den waren prijs.
De weg is recht. Met kromme lanen
Door kreupelhout een pad te banen,
Is vruchtloos, by geopend spoor.
Wat ezels door de ruigte zwieren
En bulken bosch en heggen door;
Laat u door ezels niet bestieren,
Al doen zy zich als Leeraars voor.
1827.
|
|