De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 276]
| |
Onbekookte geleerdheid.Ga naar voetnoot*O welk een overvloed van wijsheid! welk een tijd!
Wie lust heeft kan zich thands tot aan de keel verzaden.
Ja, alles hikt en rispt van 't eindloos overladen
By zwelgen waar m' in stikt en altoos dorst by lijdt.
Ja, is 't geen overvloed, voor 't minst is 't overvloeiing:
De maag verkropt, verteert, en overvat het niet.
't Verzuurt en wordt tot schuim door onbewerkte broeiing,
En borlend gist het op en wemelt, bruischt en ziedt.
'k Gun elk die volheid van door één gesmeten kost;
Maar hou me aan 't sober maal van onzer Vaadren dagen.
Zy spijsden doch met maat, en geen verkrachte magen
Verdierven tot een last wat voeding geven most.
En praalt de gulzigheid op 't roekloos dus verbraste;
Men slikke en stikk' er in zoo veel men wil of kan!
'k Mag lijden dat m' er hond of katten op vergaste;
Voor my, ik heb een walg daar van.
1827.
|
|