De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14

Geven.^*

Ik wil geens Rijkaarts, neen, ik wil eens Christens geven:

Geen afgeknibbeld deel dat aan den gever smart;

Maar gift van 't zeegnend en van liefde stroomend hart;

Een deel van 't zelfgevoel, van d' adem van ons leven.

Geen weggeworpen brok van louter overvloed,

Geen pronkgift voor zich-zelf van 't troetelziek gemoed,

Geen uitgeloofden prijs om meer of grooter zegen.

Neen, zuiver, van de zucht der zelfheid onbevlekt,

In 't diepverdorven hart door alles opgewekt.

Maar - Hemel! ach, vergeef ook 't weldoen dat wy plegen!

1826.

* Nieuwe Vermaking, 168.