De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 368]
| |
De geroofde hairlok.Ga naar voetnoot*'k Bad dikwerf om een lok van Agnes schitt'rend hair;
Zy weigert. 'k Vraag 't op nieuw als blijk van wederliefde;
Vergeefs. Ik neem in 't eind een gunstig kansjen waar,
En vat met stoute hand een sluw verborgen schaar,
Die, eer zy 't merken kon, een Godlijk vlechtjen kliefde.
Nu juich ik in mijn roof. Maar Hemel, welk een spijt!
Ach! dat ik, vóór dat feit, onschuldig waar gestorven!
Baldadige (roept ze uit met angelscherp verwijt)
Gy hebt mijn nieuwe pruik (die zóó veel kost) bedorven.
1822.
|
|