De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 345]
| |
Zintuig en verstand.Ga naar voetnoot*Men oordeelt goed of kwaad naar 't voor zijn zinlijkheden
Of lust of onlust geeft. - Zoo doet het grof gevoel.
Doch gy, Verstandtjen, gy de schijntolk van de Reden,
Velt oordeel naar 't U vlijt, van waarheid, recht, en zeden,
En hebt ge er, min dan 't vleesch, uw zelfmin by ten doel?
Voor my, 'k geloof het niet. Gy hangt aan grondbeginsels,
Uit enkel zelfgevoel u-zelv' tot wet gesteld.
't Besluit bestaat by u in enkle beeld-ontwindsels,
En koestert wat u strookt, verwerpt hetgeen u knelt!
Zie daar uw rechterschap! - De Zelfmin wil zich streelen,
Gaat lijfs- en geestgevoel gelijklijk aan de hand,
En wie, als boven 't stof, zich-zelven wil bevelen,
Of wie door 't redenmes de driften meent te kelen,
Koomt even kwalijk uit met steunen op 't verstand.
Neem, stervling, neem van God de waarheid, u geschonken,
Met dankbren oodmoed aan, mistrouw den valschen schijn:
Hem wien ze in 't biddend hart slechts eens heeft toegeblonken,
Kan nimmer Filozoof; maar moet een Christen zijn.
1822.
Die Vernunft legt ihren Intresse gemäss, jedem Dinge einem Werth bei, (und) begehrt dann, dass die Dinge dem gemäss seyen, wie sie ihren Werth beurtheilt. |
|