De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 273]
| |
Letterklubs onzes tijds.Ga naar voetnoot*Nul n'aura de l'esprit que nous et nos amis. Geen' sterveling dan ons en onzen Vrinden
Is 't Recht vergund op wijsheid en verstand.
In onzen kring is 't spoor der eer te vinden;
Aan onze Klub is alle roem verpand.
Verdienste praal'; is 't buiten onze deuren,
Zy leve of sterv', wat gaat haar bloei ons aan?
De menschlijkheid moog heur verlies betreuren;
Wy zien haar koel en zonder leed vergaan.
Maar onder ons mag niemand borger wezen,
Die, dom of wijs, zijn schaamtlooze oogen sloot,
Of daadlijk moet de zielmis hem gelezen,
En hy, ten spijt van God en deugd, vergood. -
* * *
Ga, laf gebroed van eeuwige Uitvaartzingers,
Dat by dien lof, van eigen hoogmoed zwelt;
Maar 's hemels vloek verstijve u tong en vingers,
Zoo ge ooit één woord van mijn verscheiden meldt!
1820.
Mijne eer vereenige zich niet met hunne vergadering.
Jacob.
|
|