De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 225]
| |
Wel leven.Ga naar voetnoot*Uit dartlend sluikvermaak in overspel ontfangen,
Kwam Lauzus op den naam van wettig kind in 't licht.
Hy eindigde onverwacht, en met zich op te hangen,
En nam de rente in 't graf, op 't frissche lijf gesticht.
Nu vloeken vriend en maag, geleerd en ongeleerde,
En wenschen d'armen hals uit weêrwraak naar de Hel.
Verkeerd! hy leefde juist zoo Flaccus het begeerde:
Qui nascens, moriens, fefellit, leefde wel.
Zie horatius Epist. I, 17.
|
|