De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijFyllis schutgeweer.Ga naar voetnoot*Wat zijn die schichten toch die Fyllis zoo doen duchten,
Die voor geen' stervling zijn te ontvluchten,
En 't hart in laaie vlam doen staan?
Nooit zag ik haar met boog en pijlen
Als Febe door de bosschen ijlen,
Nooit, als een muskettier, geweer op schouder gaan. -
| |
[pagina 196]
| |
Doch mooglijk draagt zy handgranaten,
Of zakpistooltjens, in den mouw.
Maar duldt men dat op 's Heeren straten?
Of past dat aan een lieve vrouw? -
Dan zacht! nu vat ik 't reeds. Het zijn voorzeker zwermen
Die smijt een losse jeugd wel somtijds in den hoop,
En dan de wijven op een kermen,
De kleine kinders op den loop! -
Neen ook niet - Wel wat dan? - 't zijn lonken,
Ja, lonken uit haar dartlend oog!
Die schittren meer dan vuur, gesteent', of starrenvonken,
En treffen beter doel dan karabijn of boog.
Vrij gevolgd naar Chaulieu.
1810.
|
|