De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 195] [p. 195] 's Levens eerste lust. Zangstukjen.Ga naar voetnoot* In d' eersten opgang onzer dagen Is 't alles louter welbehagen Wat ons het lotgestarnte zendt; 't Is dartlen, weelde, minnekozen! Geen doren groeit er aan de rozen By 't bloeien van des levens Lent'! Maar ach! verdwijnt die schoone morgen, Straks nadert ons de drom der zorgen, En min, en lust, en scherts vergaat. Doch, achterhaal' men haar in 't vluchten! Het is voor 't smaken van genuchten En nooit te vroeg en nooit te laat. Naar Racan. 1810. voetnoot* Nalezingen I, 160. Vorige Volgende