De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 141]
| |
Beginsels.Ga naar voetnoot*Principiis obsta.
Ovidius.
Gramschap is een schrikbre ontvlamming die on blusch baar om zich woedt:
Droefheid is eene overstelpende en niet aftekeeren vloed:
Nijd, een alverstikkend onkruid, dat en vreugd en deugd versmoort:
En begeerlijkheid, een hartworm, die het ingewand doorboort.
Maar dat vuur is uit een vonkjen tot zoo fel een' brand ontgloeid:
Maar die stroom uit kleine druppen tot die zeekolk saamgevloeid:
Maar dat ondier is geboren uit het stof der ledigheid:
En dat onkruid, van een zaadtjen over d' akker uitgebreid.
Sterfling! blusch dit eerste vonkjen, eer het tot een vuurgloed wordt:
Droog dees eersten druppel water, eer hy u op 't harte stort:
Zij het eerste kleine zaadtjen, eer het wortelt, uitgerooid:
Zuiver 't hart van ieder stofjen, door de ledigheid gestrooid:
En die onbetembre driften, die geen macht kan wederstaan,
In haar oorsprong reeds vernietigd, doen uw' boezem nimmer aan.
1805.
|
|