De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijAan een beekjen.
| |
[pagina 77]
| |
'k Voed nogthands met stroomende oogen,
En uw afloop, en mijn smart.
Wat vermag hen af te droogen?
Wat verkwikt mijn lijdend hart?
Met den afloop van uw baren
Voert gy goud en keizels meê;
Maar met eenen ook mijn jaren,
En de during van mijn wee.
Daar gy 't zeenat valt in de armen,
Legt ge loop en wezen af:
Zoo voleindigt ook mijn kermen
In den boezem van het graf.
Vloei dan, lief en helder water!
Vloei met onberoerden loop!
Uw vertroostend stroomgeklater
Sust mijn kwelling, wekt mijn hoop!
1798.
|
|