De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 51]
| |
Uit Pope 's ‘Essay on man,’ Ep. 4.Ga naar voetnoot*Helaas! wat is de roem waarin wy ons verhullen!
Zy zweeft ons wel om 't hoofd, maar kan geen hart vervullen.
Een uur gewetensvreugde is meerder dan een Eeuw
Van stom bewonderen of juichend volksgeschreeuw.
En zaliger, Marcel, in ballingschap getreden,
Dan Cesar in een' raad van vleiers aangebeden.
* * *
Ach! 't is een poeierkwast met geurge bloem gevuld,
Die 't praalziek hoofd omwalmt en in een wolk verhult;
Het kenmerk waar natuur des menschen aart in teekent,
Voor de oogen van 't gemeen bedekkende of verbleekend;
Wier naauw doorzichtbre waas 't afzichtlijkst zwart verschoont
En Mavors en Adoon in de eigen kleur vertoont;
Maar tevens, enkle stof, op 't minste windverheffen
In lichten damp verstuift, eer 't iemand kan beseffen.
1795. Aurich.
|
|