De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 46]
| |
Hovaardy.Ga naar voetnoot*Is Hovaardy in 't menschlijk beeld te malen,
Een valsche moed zal uit zijn blikken stralen;
Bedreiging drukk' den wenkbraauw op het oog;
Verachting trekk' den stijven neus omhoog;
De hoonlach moet den barschen mond doen krommen;
De toornigheid schijn' in zijn keel te brommen;
De stugheid hou zijn lippen in bedwang;
Een driftig bloed kleur d' opgezetten wang;
Lichtzinnigheid moog voor het laatste teeken,
De borst vooruit, den kop naar boven steeken;
En faalt er dan nog eenig kenmerk in,
Het is van B...... buik en T...... onderkin.
Vry naar Hagedoorn gevolgd.
|
|