De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Thrasybulus, de Lacedemoniër. Den boezem opgevlijmd met zeven eedle wonden, En op zijn bloedig schild van 't slagveld t' huis gebracht, Brengt Thrasybulus lijk, hoe deerlijk ook geschonden, Geen' rouw, maar zeldzame eer, aan afkomst en geslacht. Zijne uitvaart wordt gevierd met sleepende oorlogsvanen, Maar 't hart zijns vaders juicht, en wraakt de droefenis: ‘Een ander zij beweend! mijn zoon behoeft geen tranen, Hy, die mijn bloed, Spartaan, en dus gesneuveld is!’ Na Ausonius. 1793. Verspreide Gedichten I, 79. Vorige Volgende