De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 26]
| |
De aalmoessen.
| |
[pagina 27]
| |
En, die wy ook van 't onze voên; -
Voeg duizenden die 't winnen konden,
Maar lui, kwaadwillig, ongebonden,
Een' afkeer hebben van het werk,
En 't recht misbruiken van de kerk; -
Voeg duizenden van oude wijven,
Die in de Bestjenshuizen kijven,
Met duizend Hofjens op een rij,
En dan de bedelaars, daarby:
En zeg, wanneer gy 't hebt berekend,
Is dit bewijs niet klaar en sprekend,
Dat nergens, van Chinees tot Ier,
Zoo veel veraalmoest wordt als hier?
En is dan 't ijvrig aalmoesgeven
't Voornaamste van 't Godzalig leven;
En wist het vele zonden uit,
Waarvoor men ons den hemel sluit;
Zo vraag ik rond in alle kerken,
Gezond in 't stuk der goede werken,
Of we allen, op die liefdebaan,
Niet vast ten hemel moeten gaan?
1793.
|
|