De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijOp Glycias.Ga naar voetnoot*Geen baard, maar mollig dons, geen dons, maar teedre waassem,
Ja naauwlijks waassem is 't, die uw geslacht verraadt.
De wind, de zonneschijn, des Zéfirs koelende aassem,
Verdelgt hem als een' walm van 't blozende gelaat.
De kweepeer heeft heur schel met zulk een waas betogen;
De wijndruif, versch geplukt, draagt even zulk een' dauw.
't Staat lieflijk, luisterrijk, innemend zelfs voor de oogen,
Maar kan geen vingrensmet, geen' maagdendruk gedoogen.
Ja, zelfs geen enkle zucht, eens meisjens harte ontvlogen,
Genake u van ter zij', of ijlings zijt ge een vrouw.
1789.
|
|