De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 441]
| |
Fragment uit Shakespear 's Hamlet.Ga naar voetnoot*Ja, in dees jammertijd van weeldrigheid en waan,
Moet braafheid de ondeugd zelv' met laagheid ondergaan
En smeeken 't onverstand om haar te recht te wijzen,
Want, wat de dwaasheid wil, moet al wat ademt prijzen,
En waarheid..? Neen, daar is geen waarheid meer erkend,
Dan 't schepsel van een domme en halfgeleerde bent;
Een scheemring zonder licht; een eindeloos vermoeien
Door 't staren op een schim, waarvan de hersens gloeien.
Ja 't monster, dat gevoel en menschlijkheid verteert,
Die Duivel, dien onze eeuw als hoogste Godheid eert,
Moet, zal of deugd of trouw nog ergens toegang vinden,
Zijn mode koord-livrei haar om de schouders binden...
Maar neen, heur hemelsch kleed duldt zulk een laagheid nooit,
En wee, die 't ooit versiert of naar den smaak verplooit.
Ik ben, den haat ten trots van alle warelddwingeren,
Geen fluitjen, dat Fortuin, naar 't zetten van haar vingeren
Doet piepen hoog of laag, gelijk 't heur zin gevalt.....
|
|