De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 362]
| |
In een vriendenrol.Ga naar voetnoot*Wat ruimt ge een bladzijde in aan deze onzeekre vingeren,
Verkrimpende en verstijfd by 't slaaprig stilstaand bloed.
Eens mochten ze op 't papier, ja, stoute trekken slingeren;
Maar kracht en zwier verging met jeugd en levensgloed.
Doch moet een letter schrifts u aan een hart herinneren
Dat tot zijn laatsten snik voor waarheid kloppen moet,
Ontfang gy in den kring van deugd- en Godsdienstminneren,
Mijn vriend, een blijk van zucht, in dezen stervensgroet!
1828.
Ex tempore.
|
|